Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuws

HvJEU arrest McCarthy: zaak betreft zuiver interne situatie lidstaat

05/05/2011

Nieuwsbericht

De burgers van de EU die nooit hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend kunnen zich niet beroepen op het burgerschap van de Unie om het verblijf van hun echtgenoot die uit een derde land komt te regulariseren.

Dit volgt uit het arrest dat HvJEU op 5 mei 2011 heeft gewezen in de zaak van Shirley McCarthy (C-434/09; ve11001086).
Achtergrond van deze zaak is dat McCarthy, staatsburger van het Verenigd Koninkrijk, tevens de Ierse nationaliteit bezit. Zij is in het VK geboren en heeft er altijd verbleven, zonder ooit te hebben beweerd een werknemer, zelfstandige of een persoon met voldoende bestaansmiddelen te zijn. Zij ontvangt overheidsuitkeringen. In 2002 is zij gehuwd met een Jamaicaanse staatsburger, die niet in het bezit is van een machtiging tot verblijf in het VK o.g.v. de immigratiewet. Het hoofdgeding betreft een o.g.v. het recht van de Unie door McCarthy ingediende aanvraag om een verblijfsrecht in een lidstaat, waarvan zij de nationaliteit bezit en waar zij altijd heeft verbleven. Deze aanvraag strekt in wezen tot het verlenen van een verblijfsrecht aan haar, burger van een derde land, o.g.v. Richtlijn 2004/38 (Verblijfsrecht) (ve04001792), als familielid van McCarthy, aangezien een dergelijk verblijfsrecht niet uit de toepassing van de immigratiewetgeving van het VK voortvloeit.
Het Hof overweegt dat, voor zover de betrokken burger van de Unie nooit zijn recht op vrij verkeer heeft uitgeoefend en altijd heeft verbleven in een lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit, deze burger niet valt onder het begrip “begunstigde” in de zin van art. 3 lid 1 Richtlijn 2004/38, zodat deze niet op hem van toepassing is. Het feit dat de betrokken burger tevens de nationaliteit van een andere lidstaat bezit dan die waarin hij verblijft, doet niets af aan deze vaststelling, nu dat immers niet betekent niet dat hij zijn recht op vrij verkeer heeft uitgeoefend. Aangezien McCarthy niet onder het begrip “begunstigde” valt, valt haar echtgenoot evenmin onder dit begrip.
Vervolgens gaat het Hof in op de vraag of in deze zaak art. 21 VWEU (ve10001178) van toepassing is.
De hoedanigheid van burger van de Unie moet de primaire hoedanigheid van de onderdanen van de lidstaten zijn (arrest Ruiz Zambrano, 8 maart 2011, C-34/09, JV 2011/146, ve11000568). Art. 20 VWEU verzet zich tegen nationale maatregelen die tot gevolg hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan deze status ontleende rechten.
Als staatsburger van minstens een lidstaat heeft McCarthy de status van burger van de Unie volgens art. 20 lid 1 VWEU en kan zich beroepen op de bij die status horende rechten, met name op het recht om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten, zoals verleend door art. 21 VWEU (arrest Jipa, 10 juli 2008, C-33/07, JV 2008/290, ve08001197).
Uit geen enkel element van de situatie van McCarthy blijkt echter dat de betrokken nationale maatregel tot gevolg heeft dat haar het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan haar status van burger van de Unie ontleende rechten of dat de uitoefening wordt belemmerd van haar recht om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten overeenkomstig art. 21 VWEU. Het feit dat de autoriteiten van het VK haar Ierse nationaliteit niet in aanmerking hebben genomen ten einde haar een recht op verblijf in het VK toe te kennen, heeft immers geen enkele invloed op het recht van McCarthy om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten en evenmin op enig ander aan haar status van burger van de Unie ontleend recht.
Anders dan hetgeen kenmerkend was in de zaak waarin het arrest Ruiz Zambrano is gewezen, heeft de betrokken nationale maatregel niet tot gevolg dat McCarthy zal worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten. Zij heeft overeenkomstig een beginsel van internationaal recht op grond van haar nationaliteit van het VK immers een onvoorwaardelijk verblijfsrecht in het VK. [WV]

WBV 2011/5 Beleid Afghaanse verwesterde schoolgaande meisjes

02/05/2011

Nieuwsbericht

Op 3 mei 2011 treedt het nieuwe beleid in werking ten aanzien van Afghaanse verwesterde minderjarige schoolgaande meisjes.

Het betreffende WBV 2011/5 van 27 april 2011 (ve11001071) werd op 2 mei 2011 in de Staatscourant gepubliceerd en bevat (o.a.) een aanpassing van het beleid n.a.v. het thematisch ambtsbericht van maart 2011 (ve11000744) over schoolgaande kinderen. De Tweede Kamer is hiervan op de hoogte gesteld bij brief van 8 april 2011 (ve11000885) waarop een nadere toelichting volgde in de brief van 13 april 2011 (ve11000922).
Het uitgangspunt dat verwesterde vrouwen zich kunnen aanpassen geldt nog. Onder bepaalde omstandigheden kan worden geconcludeerd dat bij terugkeer een onevenredig zware psychosociale druk op de minderjarige vrouwen komt te liggen. In paragraaf C24/1/3.2.4 is opgenomen dat het verlenen van een asielvergunning op humanitaire gronden mogelijk is.
Omstandigheden die meewegen om te bepalen of sprake is van klemmende redenen van humanitaire aard zijn onder meer:
• medische omstandigheden (bij het meisje zelf of bij een gezinslid);
• de samenstelling van het gezin;
• de mogelijkheid beschermd te worden door machtige actoren zoals stamoudsten en krijgsheren.
De volgende contra-indicaties worden ook meegewogen (niet-limitatief):
• het frustreren van de terugkeer waaronder het voeren van procedures die enkel gericht zijn op het bemoeilijken van de terugkeer;
• tussentijdse terugkeer naar het land van herkomst.
Indien het samenstel van factoren leidt tot de conclusie dat bij terugkeer sprake zal zijn van onevenredige psychosociale druk, komt het meisje o.g.v. art. 29 lid 1, onder c, Vw 2000 in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel. Haar ouders komen eveneens in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op de c-grond. De eventuele overige zusjes en broers kunnen, in het geval zij niet zelfstandig in aanmerking komen voor asiel, in aanmerking komen voor een afhankelijke asielvergunning o.g.v. art. 29 lid 1, onder e of f Vw 2000.
Dit alles behoudens contra-indicaties van openbare orde.
De ingangsdatum van de verblijfsvergunning ligt op of na de datum van de inwerkingtreding van WBV 2011/5 en wordt verleend voor de duur van vijf jaar, ook in het geval het minderjarige meisje binnen die termijn meerderjarig wordt. In het verblijf van in Nederland verwesterde en meerderjarig geworden meisjes wordt berust. 
Verblijfsbeëindiging blijft tot de mogelijkheden behoren indien er sprake is van gewijzigde feiten en/of omstandigheden of onjuiste gegevens. [WV]

HvJEU arrest El Dridi: Strafbaarstelling illegaal verblijf in strijd met Terugkeerrichtlijn

28/04/2011

Nieuwsbericht

De Terugkeerrichtlijn 2008/115 verzet zich tegen een regeling van een lidstaat, krachtens welke aan een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land een gevangenisstraf wordt opgelegd op de enkele grond dat die persoon, in strijd met een bevel om het grondgebied van die staat binnen een bepaalde termijn te verlaten, zonder geldige reden zijn verblijf op dat grondgebied voortzet.

Dat heeft het HvJEU beslist in het arrest van 28 april 2011 in de zaak Hassen El Dridi (ve11001045) in antwoord op prejudiciële vragen (ve11000702*) van het Italiaanse Hof van beroep in Trento of de Italiaanse strafbaarstellingspraktijk in overeenstemming is met de Terugkeerrichtlijn (ve09000077). Het Hof besloot deze zaak volgens de spoedprocedure te behandelen.
Het Hof overweegt dat de Italiaanse verwijderingsprocedure aanzienlijk verschilt van die welke door die Richtlijn is vastgesteld. Ook herinnert het Hof eraan dat, hoewel het strafrecht en het strafprocesrecht in beginsel tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren en de Richtlijn hen de mogelijkheid laat om maatregelen, zelfs van strafrechtelijke aard, te treffen, de lidstaten, in het geval waarin dwangmaatregelen niet hebben geleid tot verwijdering, in elk geval gehouden zijn om hun wetgeving zodanig in te richten dat de eerbiediging van het Unierecht wordt gewaarborgd. Derhalve mogen zij geen regeling toepassen, ook niet op strafrechtelijk gebied, die de verwezenlijking van de door een richtlijn nagestreefde doelstellingen in gevaar kan brengen en deze haar nuttig effect kan ontnemen. Een dergelijke vrijheidsstraf zou immers, met name vanwege de voorwaarden en de wijze van uitvoering ervan, de verwezenlijking van de met deze Richtlijn nagestreefde doelstelling, te weten de invoering van een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen, met eerbiediging van hun grondrechten, in gevaar kunnen brengen.
Vragen n.a.v. strafbaarstelling in het Nederlandse implementatievoorstel
Deze uitspraak roept vragen op met betrekking tot het voorstel van minister Leers, in de tweede nota van wijziging (ve10002228) bij het wetsvoorstel ter implementatie van de Terugkeerrichtlijn, om verblijf in weerwil van een inreisverbod strafbaar te stellen. Is deze strafbaarstelling in overeenstemming met het doel van de Richtlijn?
De ACVZ wees er in een brief van 17 januari 2011 (ve11000158) al op dat een dergelijke strafbaarstelling in strijd kan komen met de Richtlijn en vroeg de minister duidelijker te motiveren hoe de voorgestelde maatregelen bijdragen aan verwezenlijking van het doel hiervan. Bij brief van 24 januari 2011 (ve11000202) antwoordde de minister dat de noodzaak tot sanctionering voortvloeit uit het beginsel van gemeenschapstrouw en dat hij de sanctionering noodzakelijk acht om het inreisverbod kracht bij te zetten.
Een aantal Nederlandse Europarlementariërs stelde hierover vragen aan de Europese Commissie. Commissaris van Binnenlandse Zaken Malmström wees er in haar antwoord (ve11000714) op dat de Richtlijn zelf geen bepalingen bevat die verband houden met het opleggen van strafrechtelijke sancties (...). Nationale wetgeving die dergelijke sancties oplegt kan in geen geval worden beschouwd als een omzetting van de Richtlijn. (…) De Commissie achtte het niet wenselijk zich specifiek uit te spreken over het Nederlandse implementatievoorstel maar merkt wel het volgende op: of maatregelen die tot strekking hebben strafrechtelijke sancties op te leggen aan illegale migranten in bepaalde omstandigheden wel of niet verenigbaar zijn met de Richtlijn, hangt af van de details van de wettelijke bepalingen in kwestie. Indien een lidstaat echter op systematische wijze illegaal verblijf (…) strafbaar stelt, en op basis daarvan alle illegaal op zijn grondgebied verblijvende onderdanen van derde landen uitsluit van de toepassing van de Richtlijn overeenkomstig de mogelijkheid van art. 2, lid 2, onder b), zou dit moeten worden beschouwd als een disproportionele maatregel die de nuttige werking van de Richtlijn ondermijnt. (..)
In de Nota van 22 maart 2011 n.a.v. van het nader verslag (ve11000694) ging de minister in op tal van bij de algemene commissie voor I&A levende vragen. Dit heeft de commissie kennelijk niet kunnen overtuigen, want op 20 april (ve11001030) stelde de commissie aan de Tweede Kamer voor om voorlichting te vragen aan de Raad van State, waarmee de Kamer op 26 april instemde. De commissie formuleerde twaalf vragen, met name over deze strafbaarstelling, waarbij in enkele vragen wordt verwezen naar het antwoord van Malmström. [SSc]
* Zie ve11000704, ve11000705 en ve11000707 voor prejudiciële vragen van andere Italiaanse rechtscolleges over de verenigbaarheid van de Italiaanse regelgeving met de Terugkeerrichtlijn.
Zie ook:
ve11000350: Dossier Terugkeerrichtlijn 2008/115.

Jurisprudentie Vreemdelingenrecht 2011 aflevering 6 verschenen

26/04/2011

Nieuwsbericht

JV 2011 aflevering 6 van 22 april 2011 met 4 annotaties is verschenen. De uitspraken en annotaties zijn in Migratieweb opgenomen, zie hierna.

ve11000588 - JV 2011/171
2011-02-22, EHRM, 51721/09 (Drijfhout - Nederland) - Ontvankelijkheidsbeslissing
Bewaring / Weigering zich te identificeren / Valse identiteit opgegeven / Art. 5 EVRM / Misbruik van het klachtrecht / Klacht niet-ontvankelijk
ve11000341 - JV 2011/172 noot M. Tjebbes
2011-02-10, HvJEU, C-307/09, C-308/09, C-309/09 (Vicoplus e.a.)
Vrij verrichten van diensten / Overgangsmaatregelen inzake toegang Poolse onderdanen tot arbeidsmarkt / Art. 1 lid 3, sub c, Detacheringsrichtlijn 96/71 / Ter beschikking stellen arbeidskrachten en TWV-vereiste
--- Tjebbes merkt op dat deze opmerkelijke uitspraak voor velen als een verrassing moet zijn gekomen en er op neer komt dat de overgangsmaatregel in Hoofdstuk 2 onder 2. in Bijlage XII Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Polen, het stellen van de eis van een tewerkstellingsvergunning rechtvaardigt, indien sprake is van het ter beschikking stellen van uitzendkrachten, zoals nader in de Detacheringsrichtlijn omschreven.

ve11000396 - JV 2011/173
2010-12-01, ABRvS, 201005453/1/V6 [LJN: BO5745]
WAV / Bestuurlijke boete / Arbeid zonder TWV / Omvang geschil / Punitief karakter besluit / Ter zitting aangevoerde beroepsgrond / Opgedane kennis over kermisattractie geen beloning als tegenprestatie voor werkzaamheden / Roemeen geen werknemer ex art. 45 VWEU
ve11000201 - JV 2011/174 noot M.A.G. Reurs
2011-01-19, ABRvS, 201004327/1/V3
MVV / Verblijf bij zuster / Art. 8 EVRM / Nooit deel uitgemaakt van gezin zuster / 'More than normal emotional ties' vereist / Voor ander verblijfsdoel aparte aanvraag indienen
--- Ruers merkt in het kader van de vraag of het oordeel van de Afdeling spoort met de rechtspraak van het EHRM op dat uit die jurisprudentie kan worden afgeleid dat het Hof de beschermende werking van art. 8 EVRM beperkt tot het kerngezin en voor andere verwanten een afhankelijkheidsvoorwaarde stelt. Het is dan de vraag of voor minderjarige verwanten het more than the normal emotional ties-criterum geldt of een ander, lichter, criterium.
ve11000480 - JV 2011/175 noot. T. de Lange
2011-02-02, ABRvS, 201002877/1/V6 [LJN: BP2822]
WAV / Bestuurlijke boete / Arbeid zonder TWV / Verrichten van diensten / Wav 1964 / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / Standstillbepaling art. 41 lid 1 Aanvullend Protocol / Voor 1 januari 1973 bestaand verbod dat pas na die datum wordt gehandhaafd is een nieuwe beperking
--- De Lange merkt op dat de Afdeling in deze uitspraak bepaalt dat handhaving van het verbod op tewerkstelling van een Turkse werknemer zonder te voldoen aan art. 2 Wet arbeid vreemdelingen in strijd is met het associatierecht. Omdat het hier om een Wav-boetezaak gaat – en niet over de al dan niet terechte weigering van een tewerkstellingsvergunning – beperkt het oordeel zich tot de rechtmatigheid van de opgelegde boete. Zij sluit af met op te merken “Kortom: het vrije verkeer voor Turkse dienstverleners lijkt mij een feit en dat voor Turkse werknemers komt steeds dichter bij.”
ve11000511 - JV 2011/176
2011-02-25, Vz ABRvS, 201100012/3/V3 [LJN: BP6350]
Vovo / Dublinoverdracht aan Italië / Arrest M.S.S./België en Griekenland
ve11000561 - JV 2011/177
2011-03-01, ABRvS, 201004807/1/V1 [LJN: BP6848]
Schipholbrand / Medische behandeling / Niet voldaan aan cumulatieve vereisten in brief 31 augustus 2006 / PTSS / BMA-advies
ve11000564 - JV 2011/178
2011-03-01, ABRvS, 201009951/1/V1 [LJN: BP6857]
Leges / Buitenbehandelingstelling aanvraag / Correspondentieadres wettelijk vertegenwoordiger minderjarige / Onderzoeksplicht
ve11000559 - JV 2011/179
2011-03-02, ABRvS, 201007164/1/V2 [LJN: BP6846]
Herhaalde asielaanvraag / Afschrift arrestatiebevel overgelegd / Authenticiteit documenten / Bewijsnood / Nova / Ambtsbericht / Ne bis in idem / Syrië
ve11000602 - JV 2011/180
2011-03-03, ABRvS, 201005034/1/V3 [LJN: BP7481]
14-brief / Schrijnendheid / ‘Quasi rechtmatig verblijf' / Wegingsfactor 'zwaarwegend' voor minderjarig kind in Nederland geboren / Geen differentiatie naar aantal kinderen / Gelijkheidsbeginsel / Terughoudende toetsing
ve11000605 - JV 2011/181
2011-03-09, ABRvS, 201006822/1/V2 [LJN: BP7471]
Asielaanvraag / Servië / Sandjak regio / Ambtsbericht / Vragen om bescherming autoriteiten niet gevaarlijk of bij voorbaat zinloos
ve11000601 - JV 2011/182
2011-03-09, ABRvS, 201007028/1/V1 [LJN: BP7500]
Medische behandeling / Medisch uitzetbeletsel (art. 64 Vw 2000) / Medische noodsituatie / BMA-advies / Armenië / Medische behandeling gecombineerd met steunsysteem / Groepstherapie / Reisvoorwaarde m.b.t. overdracht / Armenië / Vergewisplicht
ve11000603 - JV 2011/183
2011-03-09, ABRvS, 201008736/1/V2 [LJN: BP7479]
Asielaanvraag / Oost-Afghanistan / HRW-bericht over Wikileaks documenten / Geen concrete aanknopingspunten voor twijfel juistheid en volledigheid ambtsbericht / Bewijslast
ve11000638 - JV 2011/184
2011-03-11, ABRvS, 201102118/1/V3 [LJN: BP8387]
Voortduren bewaring / Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Onjuiste inhoudelijke beoordeling geen ernstige schending / Geen doorbreking appelverbod / Afdeling onbevoegd
ve11000652 - JV 2011/185
2011-03-14, ABRvS, 201100214/1/V3 [LJN: BP8394]
Bewaring / Asielaanvraag / Concrete en tijdige belangenafweging / Gebruik vals paspoort bij inreis / Geen beroep gedaan op specifiek beleid Dublinclaimanten / Onvoldoende motivering
ve11000639 - JV 2011/186
2011-03-15, ABRvS, 200904467/1/V3 [LJN: BP8383]
Arbeid als zelfstandige / Art. 9 Associatieovereenkomst EEG-Turkije / Art. 41 lid 1 Aanvullend Protocol / Met beoordeling of ‘Wezenlijk economisch belang’ wordt gediend is non-discriminatiebeginsel en standstill-bepaling niet geschonden
ve11000640 - JV 2011/187
2011-03-16, ABRvS, 200803358/1/V3-A (Toprak)
Voortgezet verblijf na verblijf bij echtgenote / Aanscherping beleid na eerdere versoepeling / Standstill-bepalingen in art. 41 lid 1 Aanvullend Protocol en art. 13 Besluit 1/80
ve11000641 - JV 2011/188
2011-03-16, ABRvS, 200804679/1/V3-A (Oguz)
Voortgezet verblijf na verblijf bij echtgenote / Aanscherping beleid na eerdere versoepeling / Standstill-bepaling art. 13 Besluit 1/80
ve11000693 - JV 2011/189
2011-03-17, ABRvS, 201101836/1/V3 [LJN: BP9278]
Bewaring / Zicht op uitzetting / Laissez-passer / Persoonlijk onderhoud met ambassadeur in maart 2011 afwachten / China
ve11000643 - JV 2011/190
2011-03-21, ABRvS, 201100307/1/V3 [LJN: BP9280]
Bewaring / Art. 6, 12, 13 en 15 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Terugkeerbesluit is andere handdeling art. 72 lid 3 Vw 2000 / Beoordeling rechtmatigheid en gevolgen voor IBS / Bezwaar effectief rechtmiddel / Bij IBS voor afloop implementatietermijn terugkeerbesluit geen voorwaarde voor opleggen of voortzetten maatregel
ve11000644 - JV 2011/191
2011-03-21, ABRvS, 201100493/1/V3 [LJN: BP9281]
Bewaring / Art. 6, 13 en 15 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Na afwijzend besluit op asielaanvraag geen afzonderlijk terugkeerbesluit vereist / Bij IBS voor afloop implementatietermijn terugkeerbesluit geen voorwaarde voor opleggen of voortzetten maatregel
ve11000645 - JV 2011/192
2011-03-21, ABRvS, 201100555/1/V3 [LJN: BP9284]
Bewaring / Art. 6, 7 lid 1, 8 lid 1 en 2 en 15 lid 1 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Ongewenstverklaring / Nul-dagen vertrektermijn / Arrest Kadzoev / Aspecten van openbare orde / Beoordeling gronden / Handelen dan wel nalaten vreemdeling rechtstreeks verband houdend met voorbereiding terugkeer dan wel verwijderingsprocedure
ve11000711 - JV 2011/193
2011-03-25, ABRvS, 201100097/1/V3 [LJN: BP9560]
Bewaring / Art. 15 lid 5 en 6 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Vervolgberoep / Richtlijnconforme uitleg / Verlengingsbesluit gericht op rechtsgevolg en besluit i.d.z.v. art. 1:3 Awb / Wettelijke grondslag art. 59 lid 1, onder a, Vw 2000 / Gronden verlenging / Verlengen termijn overeenkomstig nationale wetgeving (art. 15 lid 6 Ri) / A6/5.3.5. Vc 2000 deels buiten toepassing / Verlengingsbesluit onder bereik art. 96 lid 1 Vw 2000 / Geen doorbreking appelverbod
ve11000546 - JV 2011/194
2011-01-22, VK Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam (mk), AWB 06/24277 [LJN: BP6271]
Intrekking verblijfsvergunning asiel / Art. 1F Vluchtelingenverdrag / Afghanistan / Ambtsbericht 29 februari 2000 / KhAD/WAD / Vooronderstelling 'knowing and personal participation' / Art. 12 lid 2 Definitierichtlijn / Uitleg HvJEU / Omkering bewijslast onhoudbaar
ve11000659 - JV 2011/195
2011-02-11, VK Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam (mk), AWB 10/26023 [LJN: BP7921]
Asielaanvraag / Somalië / Art. 15 onder c Definitierichtlijn 2004/83 / WBV 2010/19 / Vestigingsalternatief / Uitzetting / Vliegvelden rondom Mogadishu / Geen toepassing bestuurlijke lus
ve11000632 - JV 2011/196
2011-03-03, VK Rb 's-Gravenhage zp Haarlem (mk), AWB 10/28984 [LJN: BP7856]
Verzoek opheffing ongewenstverklaring / Art. 1F Vluchtelingenverdrag / Art. 3 EVRM uitzetbeletsel / Algerije / Proportionaliteit / PTSS klachten / Depressieve stoornis / Suïcidaliteit / Concrete aanknopingspunten voor twijfel aan volledigheid medisch advies BMA
ve11000504 - JV 2011/197
2011-02-21, VK Rb 's-Gravenhage zp Assen, AWB 10/4706
Mensenhandel / Voortgezet verblijf / B16/4.5 Vc 2000 / Bijzonder omstandigheden / Nigeria / NAPTIP / Thematisch ambtsbericht inzake Nigeria november 2008
ve11000506 - JV 2011/198
2011-02-23, VK Rb 's-Gravenhage, AWB 10/25608
Arbeid als zelfstandige / MVV-vereiste / Puntensysteem in strijd met standstill-bepaling art. 41 lid 1 Aanvullend Protocol Associatieovereenkomst EEG-Turkije / Wezenlijk Nederlands belang / Motivering / Verzoek om bestuurlijke lus afgewezen
ve11000548 - JV 2011/199
2011-02-24, VK Rb 's-Gravenhage zp Rotterdam, AWB 11/4570 [LJN: BP6478]
Bewaring / Dublinclaimant / Art. 3 lid 3 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Richtlijn niet van toepassing / Dublinverordening / Communautaire of bilaterale overnameovereenkomsten derde landen / Gronden
ve11000531 - JV 2011/200
2011-02-24, VK Rb 's-Gravenhage zp Almelo, AWB 11/4823 [LJN: BP6695]
Bewaring / Dublinclaimanten / Art. 2 en 6 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Richtlijn van toepassing / Gronden / Belang van de openbare orde / Arrest Kadzoev
ve11000594 - JV 2011/201
2011-03-04, VK Rb 's-Gravenhage zp Roermond, AWB 11/5575 [LJN: BP7040]
Bewaring / Staandehouden / Mobiel Toezicht Veiligheid / Art. 51 Vw 2000 kan hetzelfde effect hebben als grenscontrole i.h.k.v. het MTV / Arrest Melki en Abdeli / Strijd met art. 20 Schengengrenscode / Schadevergoeding
ve11000661 - JV 2011/202
2011-03-08, VK Rb 's-Gravenhage zp 's-Hertogenbosch, AWB 10/38872 [LJN: BP8252]
Verblijfsvergunning 'medische behandeling' / MVV-vereiste / Medische noodsituatie / Hardheidsclausule / Georgië / Armenië / BMA-advies / Vergewisplicht / Reisvoorwaarden / Mantelzorg / Beschikbaarheid en toegankelijkheid zorg
ve11000596 - JV 2011/203
2011-03-10, Rb Almelo, 09/1362, 09/1363 WAV Wl [LJN: BP7655]
WAV / Bestuurlijke boete / Identificatie- en doorzendplicht / Turkije / Standstill bepaling art. 41 Aanvullend Protocul
ve11000618 - JV 2011/204
2011-03-15, VK Rb 's-Gravenhage zp Roermond, AWB 11/5566 [LJN: BP7945]
Bewaring / Zicht op uitzetting / Laissez-passer / Guinee / Schadevergoeding
ve11000696 - JV 2011/205 noot G.N. Cornelisse
2011-03-22, VK Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam, AWB 11/6577
Bewaring / Art. 2 en 15 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Beroep op implementatie mededeling in Stcrt / Gronden / Lichter middel
--- Cornelisse concludeert dat, nu de formele wetgever op dit moment nog geen oordeel heeft gegeven over de bevoegdheid van de minister om te besluiten om de Richtlijn niet toe te passen op de categorieën derdelanders genoemd in art. 2 lid 2 Terugkeerrichtlijn, de minister niet kan volstaan met het verwijzen naar bestaande regelgeving om te beargumenteren dat hij mag besluiten om de Richtlijn niet toe te passen op bepaalde categorieën derdelanders, zoals gedaan met de Mededeling in de Staatscourant nr. 4082 van 10 maart 2011 (ve11000599).
--- Zie ook VK 's-Hertogenbosch 28 maart 2011 (ve11000776) en VK Roermond 11 april 2011 (ve11000988).

ve11000642 - JV 2011/206
2011-03-16, Vzr Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam, AWB 10/44784, 10/44785
Ongewenstverklaring / Minderjarige dochter met Nederlandse nationaliteit / Status van burger van de Unie / Arrest Ruiz Zambrano / Openbaar orde-criterium / Vovo
[WV]

RCO: TWV voor Roemenen en Bulgaren niet moeilijker maken

22/04/2011

Nieuwsbericht

Het voornemen van minister Kamp om verkrijging van een TWV voor Roemenen en Bulgaren te bemoeilijken is onverantwoord en zorgt er voor dat de personeelsvoorziening in met name de land- en tuinbouw in gevaar komt.

Dit schrijft de Raad van de Centrale Ondernemingsorganisaties (RCO), een samenwerkingverband van VNO-NCW, MKB en LTO in een brief (ve11001001) op 18 april 2011aan de minister van SZW. Op 11 april 2011 heeft de MvSZW aan de Kamer in een brief (ve11000938) en notitie (ve11000941) aangekondigd arbeidsmigratie van buiten de EU sterk te willen beperken. Uitgangspunt van het nieuwe beleid wordt dat een TWV slechts in uitzonderingsgevallen wordt afgegeven, aan de vraag naar arbeid moet in eerste instantie worden voldaan door de arbeidsreserve die nu al in Nederland aanwezig is. De RCO geeft aan dat de personeelsvoorziening hierdoor in gevaar komt. In de land- en tuinbouw, maar ook in andere economische sectoren is het in de praktijk niet mogelijk om werkzaamheden te laten verrichten door Nederlandse werknemers omdat het theoretische aanbod niet feitelijk beschikbaar blijkt te zijn voor de arbeidsmarkt.
Op dit moment geldt voor Roemenie en Bulgarije nog een TWV-plicht. De RCO vreest dat de mogelijkheden om een TWV voor Roemenen en Bulgaren te krijgen, onverantwoord worden beperkt. Deze beperkingen in het vrij verkeer van werknemers binnen de EU zijn een verkeerde aanpak van het probleem van participatie in Nederland. Het brengt Nederlandse werkgevers in de problemen zonder dat de participatie in Nederland er daadwerkelijk door zal stijgen. Voor dat laatste zijn wezenlijke maatregelen noodzakelijk op het gebied van wetgeving en regelingen die de werking van onze eigen nationale arbeidsmarkt bepalen. [SSc]

Beleidsaanpassing verwesterde Afghaanse meisjes

14/04/2011

Nieuwsbericht

UPDATE NIEUWS 09-04-2011: Minister Leers heeft een nadere toelichting op de beleidsaanpassing m.b.t. verwesterde Afghaanse meisjes aan de Tweede Kamer gestuurd.

In deze brief van 13 april 2011 (ve11000922) wordt opnieuw ingegaan op de redenen voor  de beleidsaanpassing en wordt nogmaals benadrukt dat het te verwachten aantal personen waarop het beleid betrekking slechts is te schatten, zodat pas na beoordeling van individuele dossiers de effecten van het beleid duidelijk zullen zijn.
Op basis van dit nieuwe beleid wordt aan Sahar Hbrahimgel en haar familie een verblijfsvergunning verleend. Dit schrijft de minister op 8 april 2011 (ve11000885) aan de Tweede Kamer. Deze wijziging komt na een thematisch ambtsbericht (ve11000744) over de situatie van schoolgaande Afghaanse meisjes. Dit ambtsbericht bevat elementen die nieuw zijn ten opzichte van eerdere ambtsberichten en schetst een zorgelijke ontwikkeling. Zo blijkt dat ook als verwesterde meisjes erin slagen hun gedrag en attitude aan te passen aan de heersende normen, zij niet anoniem zijn. De noodzaak tot aanpassing, de geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Afghanistan leggen een grote psychosociale druk op hen.
Minister Leers ziet hierin aanleiding om in het landgebonden asielbeleid m.b.t. Afghanistan op te laten nemen dat in individuele gevallen, om klemmende redenen van humanitaire aard, van verwesterde meisjes niet kan worden verlangd terug te keren naar Afghanistan. Omstandigheden die bepalend zijn bij het beoordelen van de mate van verwestering zijn onder meer:
- een leeftijd van minimaal tien jaar, verblijfsduur van minimaal acht jaar.
- eventuele medische omstandigheden
- de samenstelling van het gezin.
Bij de beoordeling of sprake moet zijn van toepassing van art. 29, onder c Vw 2000 weegt zwaar mee of de duur van het verblijf niet primair te wijten is aan het frustreren van de terugkeer, bijvoorbeeld door het voeren van procedures enkel gericht op bemoeilijken van de terugkeer.
Direct na verschijning van het thematisch ambtsbericht zijn zaken waarin de hierboven omschreven verwestering speelt aangehouden (nieuws). De MvI&A zal de beoordeling van deze zaken, waarvan het aantal lastig is te schatten (ve11000672, nieuws), opnieuw ter hand nemen en daarbij rekening houden met de nieuwe beleidscriteria. Omdat in de zaak van Sahar wordt voldaan aan de genoemde criteria wordt aan haar en haar familie een verblijfsvergunning verleend. [SSc]

Minister Leers: arrest Ruiz Zambrano heeft zeer beperkte gevolgen

04/04/2011

Nieuwsbericht

Op dit moment ziet de Minister voor I&A geen aanleiding om meer gevolgen aan het arrest te verbinden, dan die waartoe de individuele feiten en omstandigheden van het arrest rechtstreeks aanleiding geven.

Dit schrijft de Minister in zijn brief van 31 maart 2011 (ve11000793) aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het arrest van het HvJEU van 8 maart 2011 in de zaak Ruiz Zambrano (JV 2011/146, ve11000568). Hij is van mening dat het Hof vooral beoogd heeft een oplossing te bieden voor de specifieke casus van de minderjarige kinderen met de Belgische nationaliteit van het echtpaar Zambrano, dat de Colombiaanse nationaliteit heeft en die allen in België verblijven. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal het gevolgen voor het Nederlandse vreemdelingenbeleid hebben. (*)
Hij komt tot dit standpunt o.g.v. het feit dat in Nederland geboren staatloze kinderen niet automatisch de Nederlandse nationaliteit krijgen. Wel kan zich de situatie voordoen, dat er ouders zijn met de nationaliteit van een derde land, die in Nederland verblijven met een minderjarig kind dat ten tijde van de geboorte staatloos was en na drie jaar toelating en hoofdverblijf hier te lande de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen d.m.v. optie. (**)
Indien deze ouders na de optieverklaring van hun kind niet (meer) zouden beschikken over een geldige verblijfsvergunning voor Nederland zal, als het minderjarige kind verder volledig afhankelijk is van zijn ouders, Nederland moeten instemmen met het verblijf van de ouders.
Indien (vervolg)uitspraken van het EU-Hof aanleiding zijn voor verdergaande gevolgen, worden deze uitspraken met het oog op mogelijke aanpassing van de Nederlandse vreemdelingenwet en -regelgeving bezien. (***)
(*) Pieter Boeles spreekt in zijn noot bij het arrest onder JV 2011/146 echter de verwachting uit dat het grote gevolgen zal hebben, nu de kortheid van de relevante overwegingen de indruk wekt dat het Hof een algemene uitspraak heeft willen doen waarvan de strekking niet wordt beperkt door verwijzing naar de bijzondere omstandigheden van het achterliggende geval.
Ook Ulli Jessurun d'Oliveira heeft het arrest van commentaar voorzien in A&MR 2011, nr. 2, Uitspraak van de maand - Unieburger in eigen land! (ve11000807). Hij acht het arrest van constitutionele betekenis voor de verschuivende verhouding tussen de EU en de lidstaten. De vrije ruimte van het nationale migratierecht ten opzichte van derdelanders wordt door het Unieburgerschap ingeperkt. Vandaar dat de staten na Zambrano in alle staten zijn. Wat de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten zijn, zal in veel nieuwe, soms schokkende, rechtspraak duidelijk moeten worden.
(**) Zie hierover ook ve10001995: Rb Zwolle 9 september 2010 (JV 2011/58 noot H. de Voer) en ve09001121: MR 2006, nr. 9, p. 314, ‘Het optierecht van in Nederland geboren staatloze kinderen op het Nederlanderschap’, G.R. de Groot.
(***) Het arrest van het HvJ in de zaak McCarthy (ve10002114) over Europees burgerschap wordt verwacht op 5 mei 2011.[WV]

VK Zwolle stelt prejudiciële vragen over basisexamen inburgering

04/04/2011

Nieuwsbericht

Op 31 maart 2011 heeft de Vreemdelingenkamer van de rechtbank Zwolle beslist prejudiciële vragen aan het HvJEU te stellen over de verenigbaarheid van het inburgeringsexamen in het buitenland met de Gezinshereningingsrichtlijn 2003/86.

Update: zie nieuws 20 juni 2011

De zaak betreft een Afghaanse vrouw, Bibi Mohammad Imra, aan wie werd geweigerd een MVV voor verblijf bij haar echtgenoot, Safi, en kinderen in Nederland te verlenen omdat is gebleken, noch aangetoond dat zij het basisexamen inburgering buitenland met goed gevolg heeft afgelegd dan wel voor vrijstelling daarvan in aanmerking komt.
De rechtbank vraagt zich in de uitspraak (ve11000798) op het daartegen ingesteld beroep af of het Nederlandse beleid om gezinsleden van derdelanders te verplichten eerst in het buitenland het basisexamen inburgering af te leggen alvorens naar Nederland te kunnen komen, art. 7 lid 2 Gezinsherenigingsrichtlijn (ve03001574) niet te strikt uitlegt en, gelet ook op hetgeen in het arrest Chakroun (punt 43, JV 2010/177, ve10000350) werd overwogen, afbreuk doet aan het doel van de Richtlijn, namelijk de bevordering van gezinshereniging, en aan het nuttig effect daarvan.
Het doel van verweerder voor het stellen van het inburgeringsvereiste is, blijkens de Memorie van toelichting bij de Wet inburgering in het buitenland m.b.t. art. 16 lid 1, onder h, Vw 2000 (TK 29700, nr. 3, p. 8, ve04001359), dat van de nieuwkomer inspanning en bijdragen aan de Nederlandse samenleving mogen worden verwacht. Voorts is integratie van nieuwkomers een langdurig proces, hetgeen er voor pleit het integratieproces reeds in het buitenland te laten aanvangen.
De vraag is evenwel of van een gezinslid van een gezinshereniger mag worden verlangd dat hij of zij slaagt voor een inburgeringsexamen in het buitenland. De rechtbank acht daarbij van belang dat in andere taalversies van de Richtlijn niet wordt gesproken over 'integratievoorwaarden', zoals in de Nederlandstalige versie, maar van 'inburgeringsmaatregelen'. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat weliswaar een bepaalde inspanning tot integratie mag worden verlangd, maar dat de eis van het slagen voor een inburgeringsexamen in het buitenland te ver gaat.
Voorts is het de vraag of verweerder, met het stellen van het inburgeringsvereiste als algemene voorwaarde, er voldoende rekening mee houdt dat o.g.v. art. 17 Richtlijn verzoeken om gezinshereniging individueel moeten worden beoordeeld. 
Ook art. 24 Handvest van de grondrechten (ve10001178) en het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel worden door de rechtbank bij de vragen betrokken.
In deze procedure werd gebruik gemaakt van een uitvoerige notitie van Kees Groenendijk (ve11000797) over de strijdigheid van het basisexamen inburgering (WIB) met de Gezinsherenigingsrichtlijn, CERD, EVRM, EU Handvest en het Unierechtelijk gelijkheidsbeginsel.
Overigens is het basisexamen inburgering in het buitenland m.i.v. 1 april 2011 aanzienlijk verzwaard (ve11000230). Zie ook Nieuws over knelpunten in de aanloop naar 1 april 2011. [WV]
Zie ook:
ve11000290: Thomas Hammarberg, mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, kritisch over Gezinsherenigingsbeleid
ve11000498: Asiel&Migrantenrecht 2011, nr. 1, Interview met Ad Appel over de verscherpte inburgeringstoetsen, M.C. Stronks
ve11000808: Asiel&Migrantenrecht 2011, nr. 2, Interview met Thomas Hammarberg, mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, M.C. Stronks

Jurisprudentie Vreemdelingenrecht 2011 aflevering 5 verschenen

01/04/2011

Nieuwsbericht

JV 2011 aflevering 5 van 1 april 2011 met 5 annotaties is verschenen. De uitspraken en annotaties zijn in Migratieweb opgenomen, zie hierna.

ve11000568 - JV 2011/146 noot P. Boeles
2011-03-08, HvJEU, C-34/09 (Ruiz Zambrano)
Europees burgerschap / Art. 20 VWEU / Kind met nationaliteit lidstaat en ouders nationaliteit derde staat / Verblijfsrecht ouder die minderjarig kind ten laste heeft welke recht van vrij verkeer nog niet heeft uitgeoefend
--- Boeles opent zijn annotatie met de verwachting dat deze uitspraak grote gevolgen zal hebben, nu de kortheid van de relevante overwegingen de indruk wekt dat het Hof een algemene uitspraak heeft willen doen waarvan de strekking niet wordt beperkt door verwijzing naar de bijzondere omstandigheden van het achterliggende geval.(*) Hij behandelt de volgende vragen: (a) Welk criterium hanteert het Hof m.b.t. de vraag of de situatie valt binnen het toepassingsbereik van het Unierecht? (b) Wat is de relatie tot het toepassingsbereik van Richtlijn 2004/38? (c) Wanneer is er nog sprake van een puur interne situatie? (d) Wat zijn de onmiddellijke gevolgen voor ouders van Nederlandse kinderen? (e) Wat zijn de denkbare gevolgen voor andere afhankelijkheidsrelaties? (f) Wat zijn de denkbare gevolgen voor de Nederlandse regelgeving m.b.t. tot gezinshereniging?
(*) Dit in tegenstelling tot Minister Leers, die in zijn brief van 31 maart 2011 aan de Tweede Kamer (ve11000793) aangeeft op dit moment geen aanleiding te zien om meer gevolgen aan het arrest te verbinden, dan die waartoe de individuele feiten en omstandigheden van het arrest rechtstreeks aanleiding geven.

ve11000393 - JV 2011/147
2010-11-24, ABRvS, 201003538/1/V6 [LJN: BO4884]
WAV / Bestuurlijke boete / Arbeid zonder TWV / Grensoverschrijdende dienstverrichting Duitse onderneming / Roemeense werknemers / Zelf voorzien
ve11000394 - JV 2011/148
2010-11-24, ABRvS, 201003897/1/V6 en 201003936/1/V6 [LJN: BO4834]
RWN / Naturalisatie / Aanvaarding aanbod Pardonregeling / Geen vijf jaar toelating / Geen bijzondere omstandigheid (art. 10 RWN)
ve11000397 - JV 2011/149
2010-12-08, ABRvS, 201004486/1/V6 [LJN: BO6633]
RWN / Naturalisatie / Geen ontheffing naturalisatietoets wegens ongeletterdheid / Bewijslast / Beroep op ontheffing wegens geestelijke belemmering niet op vereiste wijze gestaafd / Geen bijzondere omstandigheden (art. 10 RWN) / Soedan
ve11000346 - JV 2011/150
2011-01-12, ABRvS, 201006100/1/V6 [LJN: BP0561]
WAV / Bestuurlijke boete / Arbeid zonder TWV / Bemiddeling Roemeense escortdame / Arbeid als zelfstandige i.h.k.v. vrijheid van vestiging / Geen gezagsverhouding / Criteria arrest Jany
ve11000305 - JV 2011/151 noot A. Hoogenboom
2011-01-19, ABRvS, 200908125/1/V1 [LJN: BP2539]
Aanvraag arbeid in loondienst / MVV-vereiste / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / Art. 13 Besluit 1/80 / Illegaal en procedureel rechtmatig verblijf / Niet gehouden aan regels lidstaat / Geen geslaagd beroep op standstill-bepaling
--- Hoogenboom stelt vast dat, indien in deze zaak sprake was geweest van een aanvraag verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige, de vreemdeling zich met succes op art 41 lid 1 Aanvullend Protocol had kunnen beroepen (niettegenstaande het feit dat hij hier 'illegaal' verbleef) tegen het vereiste om over een MVV te beschikken. Nu het echter gaat om een verblijfsvergunning om arbeid in loondienst te verrichten kan zijn aanvraag, volgens deze uitspraak, worden afgewezen wegens het ontbreken van een geldige MVV daar art. 13 Besluit 1/80 o.g.v. de door de Afdeling gegeven interpretatie aan het begrip 'legaal' geen bescherming kan bieden. Hij beargumenteert dat dit verschil in rechtsgevolgen van de standstill bepalingen niet strookt niet met de rechtspraak van het Hof.
ve11000409 - JV 2011/152
2011-02-02, ABRvS, 201005110/1/H3 [LJN: BP2831]
Art. 1F Vluchtelingenverdrag / Weigering inzage in persoonsgegevens / Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
ve11000354 - JV 2011/153
2011-02-04, ABRvS, 201011249/1/V2 [LJN: BP4320]
Herhaalde asielaanvraag / Nova / Ne bis in idem / UNHCR-notitie juli 2010 / Ambtsbericht / Irak / Art. 15 onder c Definitierichtlijn 2004/83 / Art. 3 EVRM
ve11000405 - JV 2011/154 noot G.N. Cornelisse
2011-02-07, ABRvS, 201100425/1/V3 [LJN: BP5114]
Bewaring / Vertrektermijn van 24 uur is nul dagen / Onmiddellijke inbewaringstelling
--- Cornelisse gaat op de nationale historie van de vertrektermijn van ‘24 uur’ en gaat vervolgens in op de praktische gevolgen van de Terugkeerrichtlijn voor het kunnen verkorten dan wel helemaal niet toekennen van een vertrektermijn.
ve11000407 - JV 2011/155
2011-02-10, ABRvS, 201011657/1/V2 [LJN: BP5112]
Asielaanvraag / Geen medisch onderzoek aangeboden / Afwijking van art. 3.109 lid 5 Vb 2000 niet mogelijk
ve11000406 - JV 2011/156
2011-02-14, ABRvS, 200910155/1/V2 [LJN: BP5116]
Weigering een deel door rechtbank gestelde vragen te beantwoorden / Inlichtingenplicht / Grenzen van het geschil / Gelijkheidsbeginsel
ve11000466 - JV 2011/157 noot B.K. Olivier
2011-02-21, ABRvS, 201003057/1/V2 [LJN: BP5947]
Bewijs rechtmatig verblijf familielid EU-onderdaan / Verblijfsrichtlijn 2004/38 / Duurzaam verblijfsrecht / Procesbelang / SvJ niet bevoegd tot vaststellen ingangsdatum rechtmatig verblijf
--- Olivier merkt op dat de Afdeling, die bijna 11 maanden over deze uitspraak heeft gedaan, het kennelijk ook moeilijk had met de conclusie dat de Verblijfsrichtlijn toelaat dat in het nationale recht de mogelijkheid wordt gegeven desgevraagd de ingangsdatum van het rechtmatig verblijf o.g.v. het gemeenschapsrecht vast te stellen, maar dat in Nederland in deze mogelijkheid niet is voorzien en de minister ‘dus’ niet bevoegd zou zijn om die ingangsdatum vast te stellen. Uit de uitspraak blijkt niet dat de minister ook dat standpunt heeft ingenomen. Voorts zijn er wel beslissingen waarin de minister zich op een ander standpunt stelt terwijl in de eigen administratie de vermeende ingangsdatum wel wordt vastgelegd.
M.b.t. het proces belang gaat hij ook in op de uitspraken van de VK Amsterdam van 18 januari 2010 (ve11000450) en 19 januari 2010 (ve11000451).

ve11000467 - JV 2011/158
2011-02-22, ABRvS, 201004254/1/V1 [LJN: BP5951]
Medisch uitzetbeletsel (art. 64 Vw 2000) / BMA-advies / Besluit onvoldoende inzichtelijk omtrent psychiatrische behandelmogelijkheden en overdracht / Schending vergewisplicht / Armenië
ve11000471 - JV 2011/159
2011-02-23, ABRvS, 201001234/1/V2 [LJN: BP5940]
Toegangsweigering / Te kennen gegeven asiel te willen / Waarborg in art. 3 lid 3 Vw 2000 ook van toepassing na invoering SGC / Bijzondere aanwijzing vereist
ve11000479 - JV 2011/160
2011-02-23, ABRvS, 201007021/1/V3 [LJN: BP5928]
Asielaanvraag / Door UNHCR als vluchteling erkend / Onderzoek naar grond voor erkenning
ve11000484 - JV 2011/161
2011-01-31, Rb 's-Gravenhage (mk), AWB 10/3188 [LJN: BP4908]
Inburgeringsplicht gezinslid Turkse werknemer niet in strijd met Associatieovereenkomst EEG-Turkije en Besluit 1/80 / Ontheffing wegens medische/psychische redenen
ve11000382 - JV 2011/162
2010-02-14, VK Rb 's-Gravenhage zp Haarlem (mk), AWB 10/6045 [LJN: BP4784]
Toegangsweigering / Art. 13 jo 5 Schengengrenscode / Visumplicht / Turks onderdaan met voornemen arbeid als zelfstandige te verrichten / Art. 41 lid 1 Aanvullend Protocol / Standstillbepaling / Soysal-arrest
--- De MvI&A heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De ministers van BuZa en voor I&A informeerden de Tweede Kamer over de uitkomst van het onderzoek naar de gevolgen van het Soysal arrrest bij brief van 28 januari 2011 (TK 30573, 63, ve11000221), welke in het op 25 februari 2011 verschenen A&MR 2011, nr. 1 (ve11000493) kritisch becommentarieerd wordt door Kees Groenendijk. Zie ook Nieuws 4 maart 2011: 
Heeft het HvJEU arrest Soysal gevolgen voor Nederland?

ve11000348 - JV 2011/163
2011-01-24, VK Rb 's-Gravenhage zp Haarlem, AWB 10/44195, 10/37395 [LJN: BP3545]
Bekendmaking intrekkingsbesluit / Wijziging adres / Toegang tot GBA adresgegevens / Zorgvuldigheid IND / Ontvankelijkheid bezwaar
ve11000416 - JV 2011/164
2011-01-26, VK Rb 's-Gravenhage, AWB 10/3809 [LJN: BP4869]
Asielaanvraag / Vrouwenbesnijdenis / Egypte / Bescherming autoriteiten niet effectief / Art. 3 EVRM / Motivering
ve11000418 - JV 2011/165
2011-01-26, VK Rb 's-Gravenhage zp Utrecht, AWB 10/26008 [LJN: BP4007]
Opheffing SIS signalering / Hoorplicht / Ongewenstverklaring / Familielid van EU-burger / Geen gewijzigde omstandigheden als bedoeld in A3/9.6.3.1 Vc 2000 / België verantwoordelijk / Verblijfsrichtlijn 2004/38 / Rechtsgevolgen in stand laten
ve11000447 - JV 2011/166
2011-02-03, VK Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam, AWB 11/1563 [LJN: BP5342]
Bewaring (Grensdetentie) / Art. 2 lid 2 en 15 lid 1 Terugkeerrichtlijn 2008/115 / Richtlijn van toepassing / Terugkeerbesluit niet vereist / Toegangsweigering impliceert aanvang terugkeerprocedure
ve11000357 - JV 2011/167
2011-02-04, VK Rb 's-Gravenhage zp Haarlem, AWB 10/4268, 10/4274 [LJN: BP3556]
Asielaanvraag / Oeigoeren / Oeigoerse mannen / Groepsvervolging / Rapport Human Right Watch / China
ve11000490 - JV 2011/168
2011-02-17, VK Rb 's-Gravenhage zp Amsterdam, AWB 11/3892 [LJN:BP9306 ]
Bewaring / Staandehouden / Redelijk vermoeden van illegaal verblijf / Ervaringsgegevens îllegaIe arbeid in huishouding / Schadevergoeding
ve11000380 - JV 2011/169
2011-02-04, Vzr VK Rb ’s-Gravenhage zp Amsterdam, AWB 10/44188, 10/44187, 10/43244
Herhaalde asielaanvraag / Afghanistan / Provincie Khost / UNHCR Guidelines / "Generalized violence" / Art. 3 EVRM / Nova / Vovo / Geen spoedeisend belang (meer) bij schorsing terugkeerbesluit
ve11000424 - JV 2011/170 noot M.A.G. Reurs
2011-02-10, Centraal College voor de Gezondheidszorg, nr. C2009.260 [LJN: YG0906]
Klacht / Medisch advies BMA arts / PTSS / Veilige omgeving voor effectieve behandeling / Afghanistan / Onderzoeksplicht / Beperkte deskundigheid als arts / Vakkundigheid en zorgvuldigheid
--- Reurs bespreekt wat volgens deze uitspraak van de BMA-arts wordt verwacht i.v.m. het criterium dat de arts, vanuit zijn zorgplicht jegens de vreemdeling, gehouden is om er melding van te maken als het dossier aanleiding geeft tot twijfel over de effectiviteit van de behandeling in het land van terugkeer. Ook gaat hij in op twee opmerkelijke passages op p. 16 van het Protocol Medische Advisering (ve10001970) over de wijze waarop BMA uitvoering geeft aan het criterium van de effectieve behandeling.
[WV]

Behandeling hoger beroep in zaak Sahar uitgesteld

29/03/2011

Nieuwsbericht

UPDATE NIEUWS 11-03-2011: De zitting op 30 maart in de zaak van het Afghaanse meisje Sahar en haar familie wordt op verzoek van minister Leers aangehouden omdat er op 29 maart een nieuw ambtsbericht is gekomen over de situatie van schoolgaande meisjes in Afghanistan. De minister wil eerst onderzoeken of hieraan consequenties verbonden dienen te worden voor de zaak.

Update: 29 maart 2011

Dit vermeldt het nieuwsbericht van 29 maart 2011 op de website van de Raad van State.
De minister informeerde de Tweede Kamer bij brief van 28 maart (ve11000742) over het verschenen thematische ambtsbericht (ve11000744, dat ongedateerd is en op 29 maart via www.rijksoverheid.nl beschikbaar kwam). De minister geeft in zijn brief aan zich te beraden of aan de informatie beleidsmatige consequenties moeten worden verbonden en zal de Kamer daarover voor eind volgende week (week 14) berichten. In afwachting daarvan is besloten zaken waarin een beroep wordt gedaan op het verwesterde karakter van minderjarige vrouwelijke aanvragers aan te houden. 
In een eerder nieuwsbericht van 11 maart op de website van Raad van State, waarbij de op 30 maart 2011 geplande zitting bekend werd gemaakt, werd deze achtergrond informatie gegeven.
In de uitspraak van de VK 's-Hertogenbosch van 20 januari 2011 (JV 2011/105, ve11000146) werd geoordeeld dat Sahar zo is ingeburgerd in Nederland dat zij niet meer kan wennen aan het leven in de Afghaanse maatschappij. De rechtbank vond dat de minister beter had moeten motiveren waarom Sahar zich in Afghanistan aan de leefwijze in dat land zou kunnen aanpassen. De minister komt tegen die uitspraak in hoger beroep om duidelijkheid te krijgen over de vraag of verwestering van een Afghaans meisje door langdurig verblijf in Nederland reden moet zijn om hier te blijven. Dat Sahar en haar familie al lang in Nederland zijn, is namelijk het gevolg van herhaaldelijk procederen, zo stelt minister Leers.
In dat nieuwsbericht werd tevens vermeld dat de uitspraak in het hoger beroep wordt verwacht in juni 2011. Nu nog geen nieuwe datum voor de behandeling op zitting bekend is, is ook onduidelijk of die verwachting nog gerechtvaardigd is.
Op 9 februari 2011 (201101392/2/V2) heeft de Voorzitter van de ABRvS op verzoek van de minister bij wijze van voorlopige voorziening bepaald dat de minister geen nieuwe besluiten op de asielaanvragen hoeft te nemen voordat de Afdeling heeft beslist op het hoger beroep.  [WV]
Zie ook
Nieuws 21 januari 2011.
ve11000218: Brief MvI&A van 27 januari 2011 aan de Tweede Kamer (TK 19637, 1392).
Inlia website: Procedures stapelen en rekken: de pot, de ketel en de feiten.
Nieuws 14 april 2011: Beleidsaanpassing verwesterde Afghaanse meisjes.