Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuws

DUO hervat opleggen inburgeringsplicht aan gezinsmigranten

24/02/2022

Nieuwsbericht

Dit meldt een nieuwsbericht op de website van de Rijksoverheid. DUO had het proces van opleggen van de inburgeringsplicht onder de nieuwe wet tijdelijk stilgelegd wegens een complicatie. Ondertussen is gewerkt aan een oplossing. Uiterlijk 1 maart 2022 zijn de systemen aangepast en kunnen gezinsmigranten een kennisgeving van hun inburgeringsplicht ontvangen. Voor de andere groepen, waaronder de asielstatushouders, neemt dat omwille van zorgvuldigheid iets meer tijd (tot uiterlijk 25 maart 2022) in beslag. Daarnaast wordt nog gekeken naar een oplossing voor de inburgeringsplichtigen die begin dit jaar ten onrechte onder de Wi 2021 in plaats van onder de Wi 2013 zijn geplaatst.

Afdeling vraagt conclusie AG in zaken Afsluitingsregeling Kinderpardon

23/02/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 23 februari 2022 in een persbericht laten weten AG Widdershoven, in twee vreemdelingenzaken die gaan over de Afsluitingsregeling voor kinderen die langdurig in Nederland verblijven, een conclusie te nemen over de contra-indicaties in de Afsluitingsregeling en het evenredigheidsbeginsel in art. 3:4 lid 2 Awb. De AG wordt gevraagd in zijn conclusie in te gaan op de belangen van het kind en op het feit dat de staatssecretaris aanvragen beoordeelt 'in de context van het gezin' en de Afsluitingsregeling begunstigend beleid bevat. Tevens worden er nog een aantal andere vragen aan de AG voorgelegd. Lees meer hierover en over de andere drie conclusies in het kader van het evenredigheidbeginsel in het persbericht. De zaken zullen op zitting worden behandeld. De AG heeft dan nog zes weken voor zijn conclusie waarna de Afdeling uitspraak zal doen.

Prejudiciële vragen aan HvJEU over politieke overtuiging

16/02/2022

Nieuwsbericht

De ABRvS heeft in een uitspraak van 16 februari 2022, in twee zaken van Soedanese asielzoekers, prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU. De vragen gaan over de uitleg van de Kwalificatierichtlijn die criteria biedt om te bepalen of personen in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus. De ABRvS vraagt welke benadering van de vervolgingsgrond 'politieke overtuiging' moet worden gevolgd: die van de vreemdelingen dat het hebben en het uiten van een mening over maatschappelijke aangelegenheden, voldoende is om een politieke overtuiging te hebben of die van de SvJ&V dat een overtuiging ‘fundamenteel’ moet zijn om door de Kwalificatierichtlijn beschermd te worden. Ook vraagt de ABRvS aan het HvJEU of een tussenvariant mogelijk is, bijvoorbeeld dat de politieke overtuiging diepgeworteld moet zijn. Dat lijkt dan aan te sluiten bij eerdere rechtspraak van het HvJEU over de geloofsovertuiging, een andere beschermingsgrond uit de Kwalificatierichtlijn.

JV 2022 aflevering 2

09/02/2022

Nieuwsbericht

In aflevering 2 van JV zijn veertien uitspraken en vijf noten verschenen. Mark Klaassen bespreekt het arrest LW van het HvJEU over het automatisch verlenen van een afgeleide asielstatus aan het minderjarige kind van een statushouder en de verenigbaarheid hiervan met de Kwalificatierichtlijn en of dit arrest ook rechtsgevolgen heeft voor de Nederlandse rechtspraktijk. Viola Bex-Reimert geeft een overzicht van de jurisprudentie van de Afdeling uit 2021 waaruit een duidelijke boodschap blijkt, dat er meer gehoord moet worden in welke fase van de procedure het geschil zich ook bevindt. Verder gaat Viola ook nog in op de toepassing van artikel 6:22 Awb. Lisardo Fernandez Ferreiro bespreekt de Afdelingsuitspraak over de gelijkstelling van huwelijk en partnerschap en de uitleg van art. 3.16 Vb 2000 door de Afdeling. Lisardo werpt de vraag op "Waarom komt aan artikel 3.16 van het Vb in dit kader meer waarde toe dan aan artikel 3.14?" Marcelle Reneman legt in haar noot bij een uitspraak, waarin de Afdeling een verzoek om herziening gebaseerd op het arrest LH afwijst, uit dat het indienen van een verzoek om herziening niet de juiste weg is, dat het afwijzen van een herzieningsverzoek niet in strijd is met het Unierecht en welke andere mogelijkheden er zijn om een juiste beoordeling van een opvolgende aanvraag af te dwingen. Tenslotte signaleren Tesseltje de Lange en Gerben Dijkman in een korte redactionele noot dat de Afdeling sinds enkele maanden 'strenger' is voor de Staatssecretaris. Als voorbeeld zie de hierboven genoemde noot van Viola Bex-Reimert. Omdat de uitspraken niet benoemen dat daadwerkelijk een andere lijn is ingezet of dat de Afdeling om gaat zijn de uitspraken soms moeilijk op waarde in te schatten. Op bijvoorbeeld het gebied van art. 8 EVRM en horen in bezwaar zijn deze uitspraken zo toegenomen dat de redactie deze als nieuw lijn wil signaleren. De redactie hoopt de kritischer houding van de Afdeling het komende jaar nader te kunnen duiden. Lezers die een dergelijke lijn menen te zien worden verzocht dit te laten weten aan de redactiesecretaris. De redactie zal dan een geschikte uitspraak selecteren om in een redactionele of externe noot op deze lijn te wijzen.

Ambtshalve toets art. 8 EVRM na afwijzing Chavez

07/02/2022

Nieuwsbericht

De ABRvS heeft in een uitspraak van 20 januari 2022 overwogen dat de SvJ&V na afwijzing van een Chavez-vergunning niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van een ambtshalve vergunningverlening ex art. 8 EVRM. De SvJ&V heeft zich op het standpunt gesteld dat een beroep op art. 8 EVRM nooit kan leiden tot afgifte van het gevraagde document. De Afdeling oordeelt echter dat het feit dat de SvJ&V krachtens art. 3.6b onder c Vb de bevoegdheid maar niet de plicht heeft om ambtshalve een vvr o.g.v. art. 8 EVRM te verlenen, niet wegneemt dat de SvJ&V deugdelijk moet motiveren waarom hij geen gebruik heeft gemaakt van die bevoegdheid.

ABRvS: beoordelingskader nareis; beoordelen of vreemdeling voordeel van de twijfel verdient

26/01/2022

Nieuwsbericht

De ABRvS heeft op 26 januari 2022 uitspraak gedaan over de manier waarop de SvJ&V moet onderzoeken en beoordelen of vreemdelingen die willen nareizen zijn wie ze zeggen dat ze zijn en of zij echt een gezin vormen. De ABRvS herhaalt dat de SvJ&V in nareiszaken het bewijs van de vreemdelingen in onderlinge samenhang moet beoordelen en daarbij rekening moet houden met alle relevante elementen, zoals leeftijd en geslacht. Anders dan in eerdere uitspraken, oordeelt de ABRvS nu ook dat de staatssecretaris daarbij expliciet en gemotiveerd moet beoordelen of hij de betrokken vreemdelingen het voordeel van de twijfel moet geven. De SvJ&V heeft in deze Eritrese zaak niet beoordeeld of hij de vreemdeling het voordeel van de twijfel moet geven. Dit had wel gemoeten, ook gezien het feit dat uit het DNA-onderzoek blijkt dat zij en de Eritrese man de ouders van het kind zijn en de vrouw geen valse documenten of verklaringen heeft gegeven. De SvJ&V moet om deze reden de aanvraag van de vrouw voor een mvv die zij nodig heeft om Nederland in te reizen, opnieuw beoordelen. 

ABRvS: Werkwijze beoordeling asielaanvragen afvalligen en atheïsten moet beter

19/01/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 19 januari 2022 in twee uitspraken gedaan: één over een Iraanse vrouw die stelt zich tot het christendom te hebben bekeerd en een over een Iraanse man die stelt dat hij atheïst is geworden. De Afdeling vindt de werkwijze van de staatssecretaris niet duidelijk en geeft aan hoe de staatssecretaris moet onderzoeken en beoordelen of hij het geloofwaardig vindt dat een vreemdeling afvallig of atheïstisch is. Daarnaast moet de staatssecretaris de werkwijze voor onderzoek en beoordeling atheïsme aanscherpen omdat onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen asielaanvragen van afvalligen en die van atheïsten. Wordt de afvalligheid of het atheïsme van de vreemdeling geloofwaardig geacht dan moet hij vervolgens onderzoeken of een vreemdeling hierdoor een risico loopt bij terugkeer in het land van herkomst. Het onderzoek daarna is op dit moment onvoldoende.

A&MR 2022 aflevering 1

18/01/2022

Nieuwsbericht

Zelfstandigen tegenhouden (ve22000103)
Mensen die ‘langdurig ingezetene’ zijn in een andere EU-lidstaat en in Nederland willen gaan werken als zelfstandige, krijgen te maken met ongerechtvaardigde belemmeringen. Tesseltje de Lange en Danique van den Tillaar bekritiseren dat informatie over vereisten – zoals inkomsten en bewijsstukken – niet in rechtsregels is opgenomen maar in beleidsregels, formulieren en een website. En aan de ‘duurzaamheid’ van de inkomsten en de opdrachten blijken irreële eisen te worden gesteld.
Van toeslagen naar vreemdelingen (ve22000104)
Als de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de actiepunten serieus neemt die ze naar aanleiding van de Toeslagenaffaire heeft geformuleerd, moet ze ook de vreemdelingenzaken heel anders behandelen. Bert Marseille, Marc Wever en Viola Bex-Reimert stellen dat dan veel meer zaken in een zitting moeten worden behandeld en dat uitspraken veel vaker moeten worden gemotiveerd. Het streven naar consistentie mag dan wel wat minder.
Kennismigranten binnenhalen (ve22000105)
In oktober 2021 is een nieuwe Europese Blauwe Kaartrichtlijn in werking getreden. De richtlijn laat de gebreken van de oude richtlijn, zoals het parallel bestaan van de nationale regelingen voor kennismigranten, in stand. Maar onder andere de invoering van erkende werkgevers, zoals Nederland die al kent, en een salarisdrempel die kan worden verlaagd – mogelijke oplossing voor tekorten in bepaalde beroepsgroepen – zijn wel stapjes in de goede richting, aldus Bram van Melle.
‘Nationaliteit: onbekend’ (ve22000106)
In Nederland staan ruim 40.000 mensen geregistreerd met ‘nationaliteit: onbekend’. Het kost hun jarenlang bureaucratisch gedoe om die nationaliteit op te helderen, terwijl ze intussen niet rechtmatig in dit land verblijven. Peter Rodrigues bespreekt een zaak waarin het VN-Mensenrechtencomité kritisch oordeelde over Nederland. Nederland kent geen procedure om staatloosheid vast te stellen en maatregelen tegen staatloosheid van minderjarigen ontbreken. Daardoor worden kinderrechten geschonden.
En verder:
* bespreekt Marjon Peeters een arrest van het EHRM waardoor Nederland bij uitzetting niet alleen de beschikbaarheid van medische behandeling maar ook de toegankelijkheid ervan moet onderzoeken (ve22000107);
* beantwoordt Chretienne Peeters de vraag of een vreemdeling die als jong kind naar Nederland kwam maar hier geen rechtmatig verblijf had, beroep kan doen op privéleven (art. 8 EVRM) (ve22000108);
* ontdekte columnist Jelle Walther waarom een cliënt die al meer dan 25 jaar rechtmatig in Nederland woonde, toch geen Nederlander kon worden. Bij de afwijzing van diens naturalisatieverzoek bleek een vuilniszak een belangrijke rol te spelen (ve22000110);
* reflecteert redactielid Johan ten Berg op de manier waarop A&MR kan bijdragen aan het maatschappelijke debat (ve22000109).

JV 2022 aflevering 1

17/01/2022

Nieuwsbericht

Het nieuwe jaar begint goed met vijf annotaties in aflevering 1 van JV. Mark Klaassen schrijft een noot bij Savran tegen Denemarken, een uitspraak van het EHRM. Klaassen bepleit in zijn noot dat bij de toetsing van art. 8 EVRM meer aandacht nodig is voor de psychische gesteldheid van de vreemdeling bij het plegen van een strafbaar feit. Dan een noot van Paul Minderhoud waarin hij de problematische gezinskaartregeling in Italië onder de loep neemt. Niet-EU-burgers kunnen deze kaart niet aanvragen en stapten daarom naar de rechter. De noot bespreekt de beoordeling van de rechter waarbij wordt ingegaan op het begrip ‘’sociale bijstand’’ en de vraag of er sprake is van discriminatie. Winnares van de annotatiewedstijd Esmee Hardeman geeft in haar noot een analyse van de onderzoeks- en motiveringsplicht van de staatssecretaris ten aanzien van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Zij concludeert dat er volgens de jurisprudentie duidelijk een onderzoeksplicht ligt bij de staatssecretaris, maar dat hier helaas niet aan wordt voldaan. Vervolgens een noot van A.G.D Overmars bij een uitspraak van de Afdeling van 8 november. Hij bespreekt in hoeverre het zoekjaar mee zou moeten tellen voor de aanvraag van een vergunning voor onbepaalde tijd in de EU. De regeling van het zoekjaar is van tijdelijke aard, maar wel gericht op duurzaam verblijf. Dit zorgt voor onduidelijkheid over de waardering van deze regeling in het licht van de aanvraag van de vergunning voor onbepaalde tijd. Overmars stelt dat niet duidelijk is hoe de relevante bepalingen in het Unierecht en het nationale recht moeten worden uitgelegd en stelt een drietal prejudiciële vragen voor. Tot slot een noot van Mirjam van Riel over het peilmoment van de vaststelling van de feitelijke gezinsband. Zij legt verschillende uitspraken naast elkaar voor een volledige analyse van dit onderwerp. 

Bewaring vreemdeling met asielstatus in andere EU-lidstaat niet in strijd met Terugkeerrichtlijn

13/01/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in drie zaken betreffende de bewaring van vreemdelingen met een asielstatus in een andere EU-lidstaat die illegaal in Nederland verblijven. Deze zaken waren aangehouden in afwachting van antwoorden van het HvJEU op prejudiciële vragen. Na verschijnen van het arrest M. e.a. heeft de ABRvS nu einduitspraak gedaan. Indien de vreemdeling weigert naar de lidstaat te vertrekken waar hij een asielstatus heeft en het juridisch onmogelijk is voor de Staatssecretaris om een terugkeerbesluit te nemen, dan kan hij die derdelander krachtens nationale wetgeving (art. 59 lid 2 Vw 2000) onder dwang overbrengen naar die andere lidstaat en met het oog op dat vertrek in bewaring stellen. Die besluiten vallen niet binnen de werkingssfeer van de Terugkeerichtlijn. Behalve dat de grondrechten van de desbetreffende vreemdeling moeten worden gerespecteerd bij het ten uitvoer brengen van die besluiten, moet de nationale wetgeving die grondrechten op zichzelf ook volledig eerbiedigen.