Bewaring tijdens herhaalde asielprocedure mogelijk
13/04/2016
In de zaak die eerder leidde tot het HvJ EU-arrest N. oordeelt de Afdeling dat een vreemdeling hangende een herhaald asielverzoek op de openbare orde-grond in bewaring kan worden gesteld, ook al is uitzetting nog niet aan de orde. De Afdeling komt terug van haar rechtspraak dat een eerder uitgevaardigd terugkeerbesluit op het moment van het indienen van een asielverzoek van rechtswege vervalt.
Einduitspraak na verwijzingsuitspraak (ve15001975) en beantwoording van de prejudiciële vragen (C-601/15 PPU (N.) JV 2016/90 nt G.N. Cornelisse, ve16000285).
1. Uit de punten 75, 76 en 80 van het arrest volgt dat de door de vreemdeling ingediende herhaalde asielaanvraag de feitelijke tenuitvoerlegging van het eerder uitgevaardigd terugkeerbesluit schorst en dat aldus is voldaan aan het in art. 5 lid 1 onder f tweede zinsdeel EVRM gestelde vereiste dat een uitwijzingsprocedure hangende is. Gelet hierop komt de Afdeling terug van haar rechtspraak dat een eerder uitgevaardigd terugkeerbesluit op het moment van het indienen van een asielverzoek van rechtswege is vervallen. Voorts volgt uit hetgeen het Hof voor recht heeft verklaard dat art. 59 b lid 1 onder d Vw 2000 niet onverbindend is.
2. Uit de punten 46 t/m 67 van het arrest volgt dat art. 59b lid 1 onder d Vw 2000 aldus moet worden uitgelegd dat de desbetreffende vreemdeling een gevaar voor de openbare orde vormt wanneer zijn persoonlijke gedrag een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Uit hetgeen in punt 50 van het arrest Zh. en O., JV 2015/209 nt G.N. Cornelisse (ve15000990) is overwogen volgt dat daarbij niet mag worden volstaan met het steunen op een algemene praktijk om vast stellen dat de desbetreffende vreemdeling een gevaar voor de openbare orde vormt. Art. 59b lid 1 onder d Vw 2000 kan daarom niet zo worden uitgelegd dat mag worden volstaan met een enkele verwijzing naar een veroordeling om het gevaar voor de openbare orde te motiveren.
Het louter verwijzen naar het tegen de vreemdeling uitgevaardigde - en in rechte vaststaand - inreisverbod volstaat niet. De staatssecretaris moet motiveren dat en waarom de redenen die hebben geleid tot het tegen de vreemdeling uitgevaardigde inreisverbod ook een bewaring krachtens art. 59b lid 1 onder d Vw 2000 rechtvaardigen. Voor zover de staatssecretaris daartoe heeft verwezen naar de vele antecedenten van de vreemdeling, heeft hij daarmee onvoldoende kenbaar gemotiveerd waarom deze persoonlijke gedragingen van de vreemdeling een actueel en voldoende ernstig gevaar voor de openbare orde vormen.
Hoger beroep vreemdeling gegrond; vernietigt Rb Den Haag van 28 september 2015, nr. 15/16854; beroep gegrond.
--- Persbericht ABRvS