Overslaan en naar de inhoud gaan

Migratieweb - Uw online kennisbank

Migratieweb is de actuele juridische databank met nationale en internationale informatie over migratie. De redactie van Migratieweb wordt verzorgd door Stichting Migratierecht Nederland. Migratieweb is o.a. toegankelijk voor leden van de Werkgroep Rechtsbijstand in Vreemdelingenzaken (WRV). Ook gerechtelijke instanties en universiteiten maken gebruik van Migratieweb.

Nieuws

JV 2022 aflevering 13

10/10/2022

Nieuwsbericht

In JV 2022 aflevering 13 zijn 12 uitspraken en 6 noten verschenen. Eva Berger en Germa Lourens gaan in hun noot in op de vaststelling van minderjarigheid, naar aanleiding van het arrest Darboe & Camara van het EHRM. Het gaat over de Nederlandse praktijk, rechtsmiddelen die je in kunt zetten tegen de de uitkomst van een leeftijdsvaststelling en of het Nederlands beleid aangepast dient te worden of niet. De noot van Kees Groenendijk betreft het samenspel tussen de Chavez-status en Richtlijn 2003/109 (langdurig ingezetenen) Hij schrijft meer specifiek over onder andere het afgeleide karakter van de Chavez-status en de betekenis van het arrest voor de Nederlandse praktijk. Olaf van Loon behandelt in zijn noot een uitspraak van de Afdeling omtrent de Bahaddar-exceptie. Tevens vergelijkt hij de uitspraak met een overzichtsuitspraak van de Afdeling van 22 juni 2022. Pieter Krop geeft in zijn noot een overzicht van de nieuwe categorisering van de boeteoplegging zoals bedoeld in de Wet arbeid vreemdelingen. Mark Klaassen geeft in zijn noot de uitspraak weer waarin is bepaald dat er altijd een belangenafweging moet worden gemaakt bij art. 8 EVRM. Hij betrekt tevens een latere uitspraak van de Afdeling, waarbij hij opmerkt dat de Afdeling niet geheel consistent is geweest bij haar overwegingen. Ten slotte gaat Miriam Quené in op een uitspraak van de Afdeling wat betreft het duurzaamheidsvereiste in het kader van de bestaansmiddelentoets bij gezinshereniging. Ze bespreekt uitvoerig de duurzaamheidstoets, de ingangsdatum van de verblijfsvergunning, de algemene evenredigheid en meer.

Vordering VWN menswaardige asielopvang toegewezen

06/10/2022

Nieuwsbericht

De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (civiel) heeft op 6 oktober 2022 in een Kort Geding de vordering van VluchtelingenWerk Nederland (VWN) om asielopvang zo spoedig mogelijk in overeenstemming te brengen met de daarvoor geldende normen grotendeels toegewezen. Op de Staat (en het COA) rust de verplichting om asielzoekers menswaardig op te vangen. Die verplichting wordt ingevuld door in Europees verband vastgestelde normen. De huidige opvang in en rond Ter Apel en in (crisis-)noodopvanglocaties voldoet op onderdelen niet aan die normen. De Staat en het COA zijn veroordeeld ervoor te zorgen dat die opvang wel aan deze normen voldoet. Aan sommige normen moet direct worden voldaan en aan andere op een zo kort mogelijke redelijke termijn.

EU Update 2022/3: Politieke ontwikkelingen Europees Migratiebeleid

03/10/2022

Nieuwsbericht

In deze derde EU-update van 2022 geeft Barbara Safradin, werkzaam als secretaris bij de Commissie Meijers, een overzicht van de recente EU migratie- en asielontwikkelingen in het derde kwartaal van 2022. Aan bod komen: de oorlog in Oekraïne, recente Russische maatregelen en impact op de EU-lidstaten, migratie ‘instrumentalisering’, situatie op de westelijke Balkanroute, het Tsjechische EU voorzitterschap, en tot slot het recente Nederlandse asielakkoord.

SvJ&V moet werk­wij­ze van be­oor­de­ling ‘ge­loofs­groei’ ver­be­te­ren

30/09/2022

Nieuwsbericht

De staatssecretaris hecht te veel waarde aan een eerder ongeloofwaardig bevonden bekering, wanneer een vreemdeling in een nieuwe asielprocedure stelt dat sprake is van zogenoemde geloofsgroei. Als een vreemdeling verklaart dat hij zijn bekering heeft voortgezet of geïntensiveerd, moet de staatssecretaris de geloofwaardigheid van de bekering opnieuw inhoudelijk beoordelen. Verklaringen over geloofsgroei kunnen leiden tot een andere beoordeling. Het is niet uit te sluiten dat vreemdelingen nu beter over hun bekering kunnen verklaren. Deze verklaringen kunnen in algemene zin voldoende zijn voor een nieuwe inhoudelijke geloofwaardigheidsbeoordeling van de bekering. De staatssecretaris moet de verklaringen uit de eerdere en opvolgende asielprocedure dan in samenhang beoordelen.

A&MR 2022 aflevering 8

27/09/2022

Nieuwsbericht

Wat is houden van? (ve22002604)
Vreemdelingen wier relatie als schijnrelatie is bestempeld, kunnen moeilijk het tegendeel bewijzen. De overheid hoeft slechts aan te tonen dat partners niet alles over elkaar weten of niet altijd samenwonen of tegenstrijdige verklaringen geven – terwijl de vreemdelingen moeten aantonen dat zij echt van elkaar houden. Culturele verschillen worden niet geaccepteerd als afdoende verklaring voor tegenstrijdige verklaringen. Nina Fokkink beschrijft de bewijsproblemen aan de hand van jurisprudentie van de afgelopen twaalf jaar. 
Vreemdeling vastzetten? (ve22002606)
Vreemdelingen mogen nooit als gevangenen worden behandeld. Omdat het Europese Hof van Justitie de eisen aanscherpte, is een Nederlands wetsvoorstel voor vreemdelingenbewaring volgens Galina Cornelisse in strijd met het Unierecht. En de Nederlandse rechter zal veel kritischer dan tot nu toe moeten kijken naar hoe het bewaringsregime in de praktijk wordt toegepast.
‘Nederland zal worden teruggefloten’ (ve22002609)
De regering heeft maatregelen genomen om het aantal vluchtelingen in Ter Apel terug te brengen. De Commissie Meijers, onafhankelijke groep van experts die adviseert over Europees recht, beargumenteerde kort daarna dat Nederland teruggefloten zal worden. In het advies geeft de Commissie ook de mogelijkheden aan om over het uitstel van gezinshereniging binnen drie maanden een uitspraak van het Europese Hof van Justitie te krijgen.
‘Iedereen wil weg’ (ve22002607)
Asielzoekers die in Griekenland een verblijfsstatus hebben gekregen, willen niet in het land blijven omdat de levensomstandigheden erg slecht zijn. Daarom sturen Nederland en andere EU-landen hen voorlopig ook niet terug, als ze zijn doorgereisd. Trudeke Sillevis Smitt ging kijken in Griekenland, sprak er met statushouders in Athene en vroeg na bij medewerkers van ngo’s. ‘Er is niet alleen sprake van pushbacks, maar ook van pushforwards.’
Minderjarigen in onzekerheid (ve22002608)
De Raad van State heeft in juni duidelijk gemaakt dat Nederland, door een arrest van het Europese Hof van Justitie, de procedures moet verbeteren voor toelating en terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De regering moet bovendien actiever onderzoeken of er wel goede opvang is in het land waar de minderjarige naar teruggestuurd zou worden. Maar volgens Stefan Kok blijft de nadruk op terugkeer bestaan, staat het belang van het kind te weinig centraal en kunnen veel kinderen nog in onzekerheid belanden.
En verder:
* bespreekt Anne Spijkstra (ve22002605) de problemen met een Europese regel waarmee de termijn kan worden verlengd waarbinnen asielzoekers van het ene naar het andere Europese land teruggestuurd kunnen worden;
* verslaan Barbara Safradin en Meryem Sayin (ve22002610) de promotie van Caia Vlieks over de vraag hoe staatloosheid kan worden tegengegaan;
* schrijft Sadhia Rafi (ve22002611) weer de halfjaarlijkse Kroniek toelatingsgronden;
* beantwoorden Eglantine Weijmans en Marieke van Zantvoort (ve22002613) een moeilijke vraag over inburgering;
* en herinnert Niels Vlasman (ve22002615) zich een ongewenste held.

JV 2022 aflevering 12

19/09/2022

Nieuwsbericht

In JV 2022 aflevering 12 zijn 13 uitspraken en 2 noten verschenen. Agnes van Steijn behandelt in haar noot een zaak van de Afdeling waaruit blijkt dat de Afdeling de Bahaddar-beoordeling anders toepast dan het EHRM. Tevens komen een bespreking van de praktijk en haar eigen mening hierover aan bod. In de volgende aflevering van JV, nummer 13, zal in navolging van Agnes van Steijn een noot staan van Olaf van Loon over hetzelfde onderwerp, maar dan meer vanuit nationaal perspectief. Mark Klaassen en Peter Rodrigues gaan in op een zaak omtrent de belangenafweging bij artikel 8 EVRM. In deze zaak specifiek ging het om een vrouw wier Nederlandse nationaliteit ingetrokken zou worden vanwege deelname aan een terroristische organisatie, ware het niet dat zij tevens moeder was van twee kinderen, wat maakte dat het belang van het kind meespeelde in deze zaak. Weliswaar zonder noot, maar toch interessant, is het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 26 juli 2022 (JV 2022/174). Deze zaak ziet op de problematiek rond de evacuatie uit Afghanistan. Terwijl dit arrest nog negatief uitvalt voor de appellant, zijn de drie uitspraken van de Afdeling van 14 september 2022, die over hetzelfde onderwerp gaan, anders uitgevallen (zie ECLI:NL:RVS:2022:2592, ve22002522 en ECLI:NL:RVS:2022:2695).

Tegen be­slis­sing op ver­zoek om Af­gha­nen te eva­cu­e­ren staat bestuursrechtelijke procedure open

14/09/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 14 september 2022 drie uitspraken gedaan. Twee uitspraken (ve22002521 en ve22002522) gaan over de beslissing op een verzoek om personen uit Afghanistan naar Nederland te evacueren. Een beslissing van de overheid zonder wettelijke grondslag levert alleen in uitzonderlijke gevallen een formeel besluit op. Dat is hier het geval omdat het kabinet de publieke taak op zich heeft genomen om zich in te spannen om de evacuatie van specifieke groepen personen van Afghanistan naar Nederland te faciliteren. Er staat bezwaar tegen zo'n besluit open. Met het oog op een efficiënte geschilbeslechting heeft de Afdeling bepaald dat beroep alleen bij haar ingesteld kan worden.
De derde uitspraak (ve22002523) gaat over het verzoek van een moeder in Afghanistan aan de Minister van Buitenlandse Zaken om een ‘verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap’ af te geven voor haar minderjarige dochter in Afghanistan. Haar vader heeft de Nederlandse nationaliteit. Er is ook hier geen wettelijke grondslag voor de minister om een dergelijke verklaring af te geven. Tegen zo’n besluit is geen bestuursrechtelijke procedure mogelijk, maar staat wel de vaststelling Nederlanderschap procedure van art. 17 RWN open bij de civiele rechter in Den Haag. Deze procedure biedt voldoende rechtsbescherming. De mogelijk lange duur van zo'n procedure is niet in strijd met het Handvest grondrechten EU, het EVRM en het Kinderrechtenverdrag.

HvJEU: Chavez-verblijf derdelander-ouders van Nederlandse kinderen niet tijdelijk

08/09/2022

Nieuwsbericht

Het HvJEU heeft antwoord gegeven op prejudiciële vragen van rechtbank Amsterdam van 24 november 2020 betreffende het verblijfsrecht van derdelanders die kinderen hebben met de Nederlandse nationaliteit. Het Nederlandse beleid houdt in dat het verblijfsrecht dat deze derdelanders van het verblijfsrecht van hun kinderen afleiden tijdelijk is. Allereerst stelt het Hof dat het begrip verblijf 'uitsluitend om redenen van tijdelijke aard' als bedoeld in art. 3, lid 2, onder e) van richtlijn 2003/109/EG betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen een autonoom Unierechtelijk begrip is, dat in alle lidstaten van de Unie uniform moet worden uitgelegd. Nederland kan hier dus geen eigen betekenis aan geven. Ten tweede stelt het Hof dat het Chavez-Vilchez verblijfsrecht niet als tijdelijk kan worden aangemerkt. Dat betekent dat de Nederlandse uitleg (dat dit verblijfsrecht wel tijdelijk is) in strijd is met het Unierecht. Nederland kan aldus een aanvraag voor een verblijf als langdurig ingezetene van ouders met een zogeheten Chavez-Vilchez verblijfsrecht niet langer per definitie afwijzen.

JV 2022 aflevering 11

25/08/2022

Nieuwsbericht

In JV 2022 aflevering 11 zijn 11 uitspraken en 4 noten verschenen. Karen Geertsema bespreekt een uitspraak van de Afdeling die past binnen de nieuwe trend die door de Afdeling dit jaar is ingezet. De noot gaat specifiek in op hoe deze trend zichtbaar is in deze zaak over inburgering. Helen Oosterom-Staples gaat in op een Afdelingsuitspraak, en daarmee gepaard op het arrest van het HvJEU FS, waarin het gaat over uitzonderingen op de verplichting om het verblijf daadwerkelijk en effectief te beëindigen zoals bedoeld in de Verblijfsrichtlijn (2004/38/EG). Eva Berger heeft het over het kader van het beroep op indirect refoulement in Dublinzaken bij een verschil in beschermingsbeleid tussen lidstaten, zoals geschetst door de Afdeling. Ten slotte een noot van Marq Wijngaarden, waarin wordt ingegaan op mogelijke gevolgen van buitenlandse veroordelingen voor intrekking van een verblijfsvergunning in Nederland.

Afdeling: Uiteenzetting over evenredigheid in 'kinderpardonzaken'

17/08/2022

Nieuwsbericht

In een uitspraak van vandaag (17 augustus 2022) heeft de Afdeling uitgebreid het kader uiteengezet over het evenredigheidsbeginsel in zaken waarin een beroep wordt gedaan op de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen, die bekend staan als zogenaamde 'kinderpardonzaken'. De Afdeling is ingegaan op wat vreemdelingen dienen aan te voeren in zulk soort zaken, hoe de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid deze zaken op evenredigheid moet beoordelen en hoe ver de bestuursrechter moet gaan in zijn toetsing van die beoordeling. Dit kader is eerder al uitgewerkt in de uitspraak van 2 februari 2022 (ve22000314). In de zaak van vandaag is het besluit van de staatssecretaris vernietigd.
Het is in de eerste plaats aan de staatssecretaris om te beoordelen of hij van zijn afwijkingsbevoegdheid van art. 4:84 Awb gebruik moet maken. Hierbij dient hij contra-indicaties, maar ook de omstandigheden van het geval te betrekken. De bestuursrechter kan het besluit van de staatssecretaris vervolgens toetsen op evenredigheid (art. 3:4 lid 2 Awb). Dat doet hij aan de hand van geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid. In casu gaat het om het toerekenen van het gedrag van de ouder aan het kind. Ondanks de ruime beleidsruimte die de Afsluitingsregeling biedt, dient de bestuursrechter indringender te toetsen, zoals in het geval van een dergelijke toerekening. Bepaalde rechten van het kind als genoemd in het EVRM en het Kinderrechtenverdrag zijn immers van belang, wat deze indringendheid rechtvaardigt.
Tevens heeft de Afdeling dit kader toegepast in een andere zaak van vandaag (ve22002312). Ook in deze zaak is het besluit van de staatssecretaris vernietigd.
Persbericht ABRvS