Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuws

JV 2024 aflevering 9

01/07/2024

Nieuwsbericht

In aflevering 9 van Jurisprudentie Vreemdelingenrecht zijn 22 uitspraken en 7 noten verschenen: Noot David Kuiper bij het EHRM arrest M.B. tegen Nederland, waarin het Hof met zes stemmen tegen een oordeelde dat Nederland art. 5 lid 1 onder f EVRM heeft geschonden aangezien veel van de stappen in de beoordeling van klagers asielaanvraag ook tijdens zijn strafrechtelijke detentie hadden kunnen plaatsvinden. Kuiper bespreekt de  spanning die bestaat nu de mogelijkheden die de Opvangrichtlijn biedt ruimer geformuleerd lijken dan de redenen die art 5 lid 1 onder f voor een rechtmatige detentie, geeft. Noot Janna Wessels bij het HvJEU arrest SA en de einduitspraak van de Afdeling. Het Hof oordeelde dat het vereiste ‘fundamentele politieke overtuiging’ in strijd is met art. 10 Kwalificatierichtlijn. Wessels vraagt zich af of hier niet sprake is van een pyrrusoverwinning bij het Hof.
Noot Mark Klaassen en Gerrie Lodder bij het HvJEU arrest CR, GF en TY. De Gezinsherenigingsrichtlijn verplicht het toestaan van verblijf voor een gezinslid dat buiten de definitie van het gezin uit de richtlijn valt. De notenschrijvers behandelen o.a. de implicaties van het arrest voor de gezinshereniging van gezinsleden buiten het kerngezin. En de gevolgen voor niet-begeleide minderjarigen in het algemeen. Noot Sjoerd Thelosen bij het arrest EP waarin het HvJEU antwoord geeft op de vraag of richtlijn 2003/109 niet van toepassing is in een tweede lidstaat, bij langdurig ingezeten derdelanders uit andere lidstaten die in het geheel nooit een verblijfsvergunning hebben gehad of aangevraagd in de betreffende tweede lidstaat en dus of Finland art. 22 buiten werking mocht laten en enkel de Terugkeerrichtlijn kon toepassen in het geval van EP? Nee. Thelosen legt uit dat ook al genieten langdurig ingezetenen in de gehele EU rechten het Hof laat de vraag hoe in de praktijk een verwijdering uit de EU zonder dat de Terugkeerrichtlijn van toepassing is onbeantwoord. Noot Nikki Vreede bij de drie Afdelingsuitspraken van 27 maart over aanvragen om gezinshereniging op grond van artikel 8 EVRM van familieleden die niet behoren tot het kerngezin van de referent. Zij bespreekt de uitspraken in het licht van eerdere EHRM jurisprudentie. Noot Kees Groenendijk bij een Afdelingsuitspraak over de wedertoelating van een Turkse vrouw na een mislukt huwelijk in Turkije. De uitspraak maakt duidelijk dat zowel de IND als de rechtbank in deze zaak moeite hadden met de juiste toepassing van Besluit 1/80 en de rechtspraak over dat besluit. Het associatierecht in de wet of in een aparte paragraaf in hoofdstuk 8 Vb te codificeren blijft een serieuze overweging waard. Noot Muhyadin Mohamud bij een Afdelingsuitspraak over de intrekking van de verblijfsvergunning van een internationale student. In de noot bespreekt hij o.a. de vraag of prejudiciële vragen gesteld hadden moeten worden, wat de uitspraak betekent voor de praktijk en de rechtsbescherming tegen de weigering van een onderwijsinstelling om weer als referent van de student op te treden.
 

Afdeling: Geen wettelijke basis proef afwijzen asielaanvraag zonder nader gehoor

26/06/2024

Nieuwsbericht

Er is geen wettelijke basis voor de werkwijze van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om een asielaanvraag af te wijzen als de vreemdeling zonder reden niet verschijnt voor het zogenoemde nader gehoor, terwijl hij daar wel voor is uitgenodigd. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak in een uitspraak van vandaag. De staatssecretaris is deze proef gestart vanwege organisatorische problemen en om de asielprocedure efficiënter te laten verlopen, maar de Vreemdelingenwet 2000 biedt hiervoor geen ruimte. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt hiermee de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam van mei 2023 die tot hetzelfde oordeel kwam.

JV 2024 aflevering 8

10/06/2024

Nieuwsbericht

In aflevering 8 van Jurisprudentie Vreemdelingenrecht zijn 17 uitspraken en 4 noten verschenen: noot van René de Groot bij een uitspraak van de Afdeling, waarin is geoordeeld dat de eis voor naturalisatie om identiteit en nationaliteit aan te tonen met een gelegaliseerde geboorteakte en paspoort geen wettelijke basis heeft, maar voortkomt uit een beleidsregel. De Afdeling benadrukt dat artikel 3:4 lid 2 en artikel 4:84 Awb ook gelden voor beleidsruimte die is ingevuld met beleidsregels, zoals in het onderhavige geval door de Handleiding. Op de vraag of de Angolese autoriteiten in het algemeen meewerken aan de afgifte van documenten en daarover communiceren. Oordeelt de Afdeling dat de staatssecretaris in een betere positie verkeerd dan appellant om hier nader onderzoek naar te doen. Noot van Karin Zwaan en Evert Bloemen bij een uitspraak van de Afdeling waarin het medisch advies horen en beslissen (voorheen opgesteld door FMMU en nu door MediFirst) centraal staat. Is het FMMU-advies in deze casus nog wel te kwalificeren als een deskundigenadvies? Noot van Karin de Vries bij een uitspraak van de VK Amsterdam, waarin is geoordeeld dat het vereiste om een inburgeringsexamen in het buitenland af te leggen voor gezinshereniging discrimineert op basis van ras, in strijd met internationale en Europese anti-discriminatiewetten. De Wet inburgering buitenland maakt ongerechtvaardigd onderscheid op grond van nationaliteit, wat neerkomt op racialisering en negatieve stereotypering van bepaalde groepen. Noot van Marcel Reurs bij een uitspraak van VK Arnhem in een visumzaak, waarin is geoordeeld dat de 90-in-180 dagenregel van toepassing is op iedereen die de grenzen van het Schengengebied overschrijdt, ongeacht of een kort of lang verblijf wordt beoogd. De Afdeling heeft recent de uitspraak vernietigd aangezien de 90 in 180 dagen alleen van toepassing is bij een beoogd kort verblijf, dat was in de zaak van de Brit niet het geval hij wilde een lang verblijf.

JV 2024 aflevering 7

21/05/2024

Nieuwsbericht

In aflevering 7 van Jurisprudentie Vreemdelingenrecht zijn 16 uitspraken en 3 noten verschenen: Noot van Marcelle Reneman bij een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling over het opschorten van de overdrachtstermijn. De staatssecretaris vraagt de Afdeling bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank te schorsen, zodat overdracht van de asielzoeker tijdens het hoger beroep mogelijk wordt. De Afdeling vindt dat het verstrijken van de overdrachtstermijn voldoende spoedeisend belang oplevert voor het treffen van een voorlopige voorziening.  Reneman vraagt zich af of dit in overeenstemming is met de Dublinverordening. Noot van Evelien Brouwer en Joep Lindeman bij een uitspraak van de Afdeling, waarin de Afdeling de rechtmatigheid van het onderzoeken of uitlezen van de smartphones van in bewaring gestelde vreemdelingen behandelt. Zij behandelen de overwegingen van de Afdeling over de onrechtmatigheid van het ontgrendelen en uitlezen van de telefoons en de bewaring zelf, en  vergelijken de uitspraak met de jurisprudentie over het uitlezen van telefoons van verdachten in het strafprocesrecht. Noot van Tesseltje de Lange bij een uitspraak van VK Rotterdam over solvabiliteitschijn. Erkende referenten kunnen zich er volgens de RVO schuldig aan maken. Dat  de formulering van het ‘toetsingskader’ van de RVO nogal willekeurig kan uitpakken ziet de rechtbank niet zo. De Lange geeft drie suggesties hoe de handhaving van het erkend referentschap en de toepassing van dit begrip “schijn” door bestuursorganen en in de rechtspraak in het migratierecht kan worden verbeterd of, beter nog, een oordeel dat sprake is van “schijn” kan worden voorkomen.

A&MR 2024 aflevering 4

14/05/2024

Nieuwsbericht

In het verschenen meinummer van A&MR: 
Geweld en eenzame opsluiting in de HTL (ve24001099) 
De bevoegdheden die worden gebruikt in de Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) voor overlastgevende asielzoekers hebben een onvoldoende wettelijke basis. En het gebruik van geweld en eenzame opsluiting kan als een onmenselijke of vernederende behandeling worden gekwalificeerd. Dit concludeert advocaat Frans Willem Verbaas uit zijn onderzoek naar de behandeling van vreemdelingen in de HTL en de problematische situaties die zich daarbij voor kunnen doen. Het gebruik van geweld en eenzame opsluiting blijken in strijd te zijn met het EVRM. 
Hier ben ik thuis (ve24001100) 
Bescherming van je persoonlijke banden met het land dat je als thuisland beschouwt, is een grondrecht, maar er wordt maar weinig beroep op gedaan. Jan-Hendrik Seelow stelt dat een vreemdeling die niet de Nederlandse nationaliteit heeft, maar hier al lang verblijft, werkt, relaties heeft en de taal spreekt, zich er wel degelijk op kan beroepen. Die kan dan niet zomaar worden ‘teruggestuurd’. 
Naar Luxemburg (ve24001101) 
In maart bracht een groep van twintig advocaten, vier IND’ers en enkele andere juristen een tweedaags bezoek aan het Hof van Justitie EU in Luxemburg. Hoe werkt dat Hof, wat gebeurt er zoal op zitting, wie is de Hofleverancier van prejudiciële vragen, wat stond er op het spel en lieten de rechters al iets merken van hun oordeel? Linus Hesselink doet verslag. 
Niet met de Franse slag (ve24001102) 
De Franse Constitutionele Raad besliste onlangs dat een migratiewet op meerdere punten in strijd was met de Franse grondwet, waarop de betreffende artikelen werden geschrapt voordat de wet van kracht werd. Petra Werkman vergelijkt dat oordeel met wat constitutionele toetsing in Nederland zou kunnen opleveren. 
Zwart werk en toch verblijfsrecht (ve24001103) 
Iemand uit een EU-lidstaat die zonder verblijfsvergunning werkt, maar aantoont dat zijn arbeid ‘daadwerkelijk en reëel’ is, kan op basis van EU-recht aanspraak maken op een verblijfsrecht. Volgens Daan de Bruijn zijn die regels ruimer dan in de Nederlandse praktijk het geval blijkt te zijn – terwijl het bij dat ‘zwart werk’ bijna om een half miljoen banen gaat. 
En verder
*Redactioneel over de verruiming van het Duitse nationaliteitsrecht tegenover de aanscherping van eisen voor dubbele nationaliteit en naturalisatie die de formerende partijen in Nederland voor ogen staat – terwijl zij niettemin de integratie van immigranten bepleiten door Kees Groenendijk (ve24001098); 
*Een eerste Kroniek Unieburgerschap over het vrij verkeer, gezinshereniging en nationaliteit vanaf 2019 door Hanneke van Eijken (ve24001104);
*Vraag & Antwoord over een langdurig ingezetene in Duitsland mag werken in Nederland, als hij zijn Duitse status mogelijk is verloren na arbeid in Italië door Gerd Westendorp (ve24001105); 
*Column van Akhrat Ramadan over hoe ze van Iraakse ‘advocaat zonder tas’ – zo genoemd omdat ze als vierjarige opmerkelijk volwassen uitspraken deed – in Nederland Kinderombudsman hoopt te worden (ve24001106).

Altijd land vermelden in terugkeerbesluit

08/05/2024

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 8 mei 2024 geoordeeld dat de Staatssecretaris altijd een of meer landen van terugkeer moet noemen in het terugkeerbesluit. Dit volgt uit het arrest FMS e.a. van het HvJEU, ve20001575. Daar kan geen uitzondering op worden gemaakt, zoals de staatssecretaris had betoogd. Dat moet hij ook doen als hij de identiteit, nationaliteit en herkomst van een vreemdeling niet gelooft. De staatssecretaris kan dan het land noemen waarvan een vreemdeling zegt vandaan te komen of waarvan een vreemdeling zegt de nationaliteit te hebben. De staatssecretaris had, in tegenstelling tot wat de rechtbank had geoordeeld, in deze zaak wel voldoende onderzoek naar de nationaliteit en herkomst van de vreemdeling gedaan. De staatssecretaris zal, zoals de rechtbank terecht ook al had geoordeeld, opnieuw een terugkeerbesluit moeten nemen. 

Zicht op uitzetting Algerije vanaf december 2023

06/05/2024

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 6 mei 2024 in twee bewaringzaken geoordeeld dat de cijfers over oktober tot en met december 2023 een groei laten zien in de aantallen nationaliteitsbevestigingen, laissez-passer-afgiftes en uitzettingen van Algerijnse vreemdelingen naar Algerije. Die cijfers, in onderlinge samenhang bezien met de de door de staatssecretaris genoemde ontwikkelingen, zoals het aantreden van een nieuwe consul, rechtvaardigen het oordeel dat er vanaf december 2023 voldoende concrete aanknopingspunten waren om te verwachten dat vreemdelingen met de Algerijnse nationaliteit binnen een redelijke termijn met een door de Algerijnse autoriteiten afgegeven laissez-passer konden worden uitgezet naar Algerije. In de twee voorliggende zaken betekent dit dat in zaak 202306388/1/V3 in oktober 2023 nog geen zicht op uitzetting kon worden aangenomen omdat toen nog maar 1 laissez-passer was afgegeven, maar voor de andere zaak 202307965/1/V3 kan wel zicht op uitzetting worden aangenomen.

JV 2024 aflevering 6

25/04/2024

Nieuwsbericht

In aflevering 6 van Jurisprudentie Vreemdelingenrecht zijn 16 uitspraken en 5 noten verschenen: Noot Corrien Ullersma bij een uitspraak van de Afdeling waarin de toepassing van artikel 8 EVRM in nareisprocedures onder de loep wordt genomen. Zou een daadwerkelijke, echte artikel 8 EVRM toets in nareis nog betekenis hebben, boven de Gri-proof invulling en de nu toegevoegde/erkende bevoegdheid tot een ambtshalve artikel 8 EVRM toets leidend tot een reguliere status? Noot Jeremy Bierbach bij een uitspraak van de Afdeling waarin de casus een fraai voorbeeld is van een legpuzzel met op elkaar aansluitende stukken van Unierecht die de vreemdeling een van referent afgeleid verblijfsrecht oplevert. Noot Gerard-René de Groot bij een uitspraak van de Afdeling over het verliezen van het Nederlanderschap door het verkrijgen van een andere nationaliteit. Hij schrijft over de nieuwe optie mogelijkheid met evenredigheidstoets ex artikel 6 lid 1 sub p RWN. Noot Viola Bex-Reimert bij een uitspraak van de VK Amsterdam over art. 6:6 Awb en de discretionaire ruimte voor het bestuursorgaan en de rechter om een pro-forma bezwaarschrift, ondanks bestaande gebreken, alsnog ontvankelijk te verklaren. Noot Lieneke Slingenberg bij een uitspraak van VK Groningen over dat de vrijheidsbeperking in de Procesbeschikbaarheidslocatie (PBL) in Ter Apel geen wettelijke grondslag heeft. Daarnaast gaat zij kort in op de uitspraak van VK Groningen dat bij plaatsing van asielzoekers in de ROV-kamer in de HTL sprake is van vrijheidsontneming, waarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. 

Afdeling stelt ook vragen aan HvJEU over derdelanders Oekraïne

25/04/2024

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (Afdeling) heeft op 25 april 2024 in navolging op VK Amsterdam (ve24000840) eveneens prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU in hoger beroepen tegen uitspraken van VK Roermond, Zwolle en Haarlem. De Afdeling wil weten op welk moment de door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onverplicht geboden tijdelijke bescherming aan zogeheten derdelanders eindigt die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden in Oekraïne. De Afdeling verzoekt om haar vragen met die van Amsterdam samen te voegen. Tevens verzoekt zij het Hof om de vragen in een versnelde procedure (PPU procedure) te beantwoorden. Tenslotte wordt de schorsing van de hoger beroepen tegen de uitspraken van Roermond, ECLI:NL:RBDHA:2024:3694, Zwolle, ve24000820, en Haarlem, ve24000924, geschorst tot het Hof een uitspraak heeft gedaan en houdt zij iedere verdere beslissing aan. 
--- Persbericht ABRvS

Besluitmoratorium Palestijnse gebieden onvoldoende gemotiveerd

24/04/2024

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 24 april 2024 in drie uitspraken geoordeeld dat het besluitmoratorium met betrekking tot vreemdelingen afkomstig uit Palestijnse gebieden (Gaza en de Westelijke Jordaanoever) onvoldoende is gemotiveerd omdat de staatssecretaris zich niet heeft uitgelaten over de ontwikkelingen die in Gaza hebben plaatsgevonden na 5 november 2023 tot 19 december 2023. Deze informatie had de SvJ&V op hoofdlijnen kenbaar moeten betrekken bij zijn besluitvorming. 
--- Persbericht ABRvS