Belangen kind voorop in afweging belangen Dublinoverdracht
29/05/2020
Na een ongemotiveerde uitspraak in augustus 2019 heeft de ABRvS duidelijkheid gebracht door op 27 mei 2020 op zitting te overwegen dat de enkele stelling van de staatssecretaris dat de mening van de minderjarige vreemdeling over de voorgenomen hereniging met haar meerderjarige broer in Zweden geen afbreuk kan doen aan het vooronderstelde belang dat zij met haar broer wordt herenigd, onvoldoende is. Het gaat erom dat de SvJ&V deugdelijk motiveert waarom het, gelet op de in art. 6 lid 3 Dublinverordening genoemde factoren en de in WI 2019/8 genoemde aanvullende factoren, in haar belang is om Zweden verantwoordelijk te houden voor de behandeling van haar asielaanvraag. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel vergt voorts onderzoek of de overdracht o.g.v. art. 8 Dv wel in haar belang is. De staatssecretaris dient zich door de Zweedse autoriteiten te laten informeren of de broer wel in staat is om voor de vreemdeling te zorgen.