Beleidskader toelating wegens dreiging van eergerelateerd geweld
05/03/2010
- Nieuwsbericht
Op 3 maart 2010 is voor vreemdelingen die dreigen slachtoffer te worden van eergerelateerd geweld en die niet (meer) in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning o.g.v. het huidige beleid, een beleidskader voor toelating in werking getreden.
Het beleidskader definieert hetgeen onder eergerelateerd geweld wordt verstaan en stelt de voorwaarden waaronder de verblijfsvergunning verleend kan worden en is opgenomen in het WBV 2010/2 van 19 februari 2010 (Staatscourant 2010, nr. 3114; ve10000346), waarbij een nieuw hoofdstuk B20 aan de Vc 2000 wordt toegevoegd. Verder is voorzien in een vrijstelling van het mvv-vereiste; de mogelijkheid dat een aanvraag schriftelijk wordt ingediend en een legesvrijstelling.
Indien de vreemdeling naar Nederland komt om dreigend eergerelateerd geweld te ontvluchten is de asielprocedure de aangewezen weg.
Indien de vreemdeling pas in Nederland te maken krijgt met een dreiging van eergerelateerd geweld in Nederland, dan is de reguliere procedure de meest aangewezen weg.
Voor verlening van een verblijfsvergunning, moet naast dreiging in Nederland, ook dreiging in het land van herkomst aanwezig te zijn. Dan kan immers aannemelijk zijn dat betrokkene zich niet aan het gevaar in Nederland kan onttrekken door zich in het land van herkomst te vestigen.
De bij een toegelaten slachtoffer van eergerelateerd geweld verblijvende minderjarige kinderen kunnen een verblijfsvergunning krijgen, waarvan de geldigheidsduur aansluit bij de geldigheidsduur van de vergunning van de hoofdpersoon.
De vergunning zal, totdat eventueel een nieuwe beperking in het Vb 2000 wordt opgenomen, o.g.v. art. 3.4 lid 3 Vb 2000 worden verleend ‘conform beschikking Staatssecretaris’. [wv]