Overslaan en naar de inhoud gaan

Migratieweb - Uw online kennisbank

Migratieweb is de actuele juridische databank met nationale en internationale informatie over migratie. De redactie van Migratieweb wordt verzorgd door Stichting Migratierecht Nederland. Migratieweb is o.a. toegankelijk voor leden van de Werkgroep Rechtsbijstand in Vreemdelingenzaken (WRV). Ook gerechtelijke instanties en universiteiten maken gebruik van Migratieweb.

Nieuws

SvJ&V moet voortaan altijd een belangenafweging maken bij aanvraag 8 EVRM, ook als geen sprake is van 'more than the normal emotional ties'.

13/07/2022

Nieuwsbericht

In een uitspraak van 13 juli 2022 oordeelt de Afdeling dat de staatssecretaris bij een verzoek om gezinshereniging ex art. 8 EVRM altijd een belangenafweging moet maken. Anders dan voorheen kan de staatssecretaris niet volstaan met de vaststelling of beschermenswaardig familieleven bestaat. De Afdeling heeft tot nu toe altijd geoordeeld dat bij het ontbreken van meer dan normale emotionele banden tussen meerderjarige familieleden de staatssecretaris geen verdere belangenafweging hoeft te maken. Nu oordeelt de Afdeling echter dat die beoordeling niet volledig recht doet aan de belangen van betrokkenen bij hun recht op familieleven. Ook als de staatssecretaris vindt dat er tussen meerderjarige vreemdelingen meer dan normale emotionele banden ontbreken, zal hij voortaan een belangenafweging moeten maken.

Asiel­zoe­ker mocht mo­ge­lijk­heid niet wor­den ont­no­men om be­roep in te stel­len bij bestuursrechter tegen niet-tijdige besluitvorming

06/07/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling oordeelt in een uitspraak van 6 juli 2022 dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND onverbindend is voor zover deze de mogelijkheid uitsluit om beroep bij de rechter in te stellen als de SvJ&V niet op tijd beslist op een asielaanvraag. Volgens de Afdeling heeft een asielzoeker geen doeltreffend rechtsmiddel meer om op te komen tegen te trage besluitvorming als de wet de rechtsgang bij de bestuursrechter uitsluit.

JV 2022 aflevering 9

05/07/2022

Nieuwsbericht

In JV 2022 afl. 9 zijn 14 uitspraken en 5 noten verschenen. Mark Klaassen bespreekt de twee elementen op basis waarvan de Afdeling tot haar oordeel komt dat de staatssecretaris in de belangenafweging van 8 EVRM onvoldoende heeft gemotiveerd dat het voeren van een restrictief toelatingsbeleid zwaarder weegt dan het belang van de kinderen; Evelien Brouwer gaat in op een Afdelingsuitspraak over de uitleg van het doelbindingsbeginsel zoals beschermd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Mag de staatssecretaris (IND) informatie die een persoon eerder in het kader van zijn asielaanvraag heeft verstrekt, ook gebruiken bij de beoordeling van een andere verblijfsaanvraag?; David de Jong bespreekt de Afdelingsuitspraak waarbij de Afdeling blijft bij het oordeel dat op dit moment geen zicht op uitzetting bestaat naar Algerije en de mogelijk strengere lijn van de Afdeling bij zicht op uitzetting.; Karin Zwaan becommentarieert twee uitspraken van de Afdeling over de intrekking van het Nederlanderschap (en herkrijging Nederlanderschap in een van de twee zaken) wegens betrokkenheid bij de genocide in Rwanda en de rol van deskundigen-adviezen: een individueel ambtsbericht en een rapportage van buro Kleurkracht. Wat is de betekenis en invloed van deze adviezen bij het – al dan niet – herkrijgen van de Nederlands nationaliteit? Tenslotte een noot van Paul Minderhoud bij een uitspraak van de CRvB, waarin deze zich mengt in de discussie rond het vereiste van vaststelling van identiteit en nationaliteit alvorens wordt onderzocht of een afgeleid verblijfsrecht kan worden ontleend aan Chavez verblijfsrecht.

Belangenafweging 8 EVRM kinderen Syriëgangster onvoldoende inzichtelijk

29/06/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 29 juni een uitspraak gedaan over de ongewenstverklaring en intrekking Nederlanderschap van een Nederlandse vrouw die zich in Syrië had aangesloten bij ISIS en daar twee kinderen heeft gekregen. Na terugkomst naar Nederland is zij door de strafrechter veroordeeld voor deelneming aan een terroristische organisatie en het voorbereiden van terroristische misdrijven. M.b.t. de ongewenstverklaring van de vrouw overweegt de Afdeling dat er geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van het individueel ambtsbericht dat aan de ongewenstverklaring ten grondslag ligt bestaat. De Afdeling overweegt verder m.b.t tot de ongewenstverklaring dat de belangen van de minderjarige kinderen niet voldoende inzichtelijk in de belangenafweging in het kader van art. 8 EVRM zijn betrokken. De feiten dat de kinderen sinds 2019 in Nederland naar school gaan, uit rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming blijkt dat een hechte band bestaat tussen moeder en haar kinderen en nog een rapport uitgebracht zal worden over de interactie tussen moeder en kinderen zijn niet kenbaar betrokken in de belangenafweging. De ongewenstverklaring blijft niet in stand en daardoor kan de intrekking van het Nederlanderschap evenmin in stand blijven.

A&MR 2022 aflevering 5

28/06/2022

Nieuwsbericht

Het ergste blijft bestaan (ve22001748)
Staatloze kinderen die in Nederland zijn geboren, kunnen binnenkort voor het Nederlanderschap kiezen. De Tweede Kamer nam hiervoor onlangs wetsvoorstellen aan. Katja Swider ziet dat de nieuwe regelingen de kinderen met de slechtste positie niet helpen, namelijk de kinderen die hier niet rechtmatig verblijven. Het nieuwe optierecht discrimineert niet alleen tussen kinderen, maar kent ook een te lange wachttijd en eist ten onrechte dat er geen andere nationaliteit kan worden verkregen, aldus de auteur.
Status overnemen? (ve22001757)
Vluchtelingen die in Griekenland een asielstatus kregen, moeten soms 
door reizen naar bijvoorbeeld Nederland omdat de omstandigheden in Griekenland zo slecht zijn. Hoe moet zo’n nieuw asielverzoek dan worden beoordeeld? De Raad van State besloot onlangs dat op zijn minst de individuele situatie moet worden onderzocht. Anna Chatelion Counet en Lynn Hillary maken duidelijk dat Nederland dan niet verplicht is om de erkende asielstatus over te nemen, maar dat dit wel gewenst is. En dat die asielstatus bij het nader onderzoek in ieder geval moet meewegen. 
Dubbel verlies (ve22001749)
Iemand die een tweede nationaliteit krijgt, of lang buiten de EU woont en het paspoort niet op tijd verlengt, kan het Nederlanderschap verliezen. Het Europese Hof van Justitie heeft uitgemaakt dat aan zo’n verlies dan wel een redelijke belangenafweging ten grondslag moet liggen. Daarom zijn de Nederlandse regelingen aangepast. Maar daarin telt volgens Hermie de Voer nog onvoldoende mee dat iemand door het verlies van Nederlanderschap ook het Unieburgerschap verliest. En het is onredelijk dat iemand, terwijl hij nog gebruik maakt van het Nederlandse paspoort, moet kunnen aantonen dat hij grote nadelen van het verlies ondervindt.
‘Verplichte ontzorging’ (ve22001750)
Sinds dit jaar moeten gemeenten een half jaar lang de belangrijkste vaste lasten van statushouders betalen en verrekenen met hun bijstandsuitkering. Is dat betutteling of leidt het tot meer zelfredzaamheid? Anja Eleveld gaat na of het in overeenstemming is met Europees recht. Ze betwijfelt of de maatregel niet verder gaat dan noodzakelijk is, omdat bijvoorbeeld hoogopgeleide Syriërs het niet nodig hebben en er averechtse effecten van kunnen ondervinden.
En verder:
* spreken we Tineke Strik over haar onderzoek naar de vraag of Europese verdragen voorschrijven dat de EU bij het sluiten van deals met derde landen fundamentele rechten moet respecteren (ve22001752);
* constateert Ashley Terlouw dat Sabine Jansen in haar vervolgrapport laat zien dat er in de beoordelingspraktijk van LHBTI-asielaanvragen na vier jaar nog niets is verbeterd (ve22001751);
* ziet Meryem Sayın bij de promotie van Gerrie Lodder dat een harde scheidslijn tussen verschillende vormen van arbeidsuitbuiting onwenselijk is (ve22001753);
* schrijft Marjon Ristra- Peeters weer de Kroniek medisch (ve22001754);
* en bespreekt Tisanja Abali de vraag of een derdelander met afhankelijk verblijfsrecht bij een gezinslid een zelfstandig verblijfsrecht kan krijgen (ve22001755).

ABRvS: Bahaddar toets verduidelijkt

22/06/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 22 juni twee uitspraken gedaan waarin zij de zogenaamde Bahaddar beoordeling verduidelijkt. De beoordeling of een nationale procedureregel wegens bijzondere omstandigheden opzij moet worden gezet omdat het verboden is een vreemdeling uit te zetten naar een land waar hij wordt mishandeld of gemarteld, wordt de Bahaddar‑beoordeling genoemd, naar het arrest Bahaddar van het EHRM uit 1998 (ve02000470). In de uitspraak over een Iraakse vreemdeling, ve22001712, gaat de Afdeling in op wanneer de bestuursrechter moet beoordelen of zich ‘Bahaddar-omstandigheden’ voordoen in een bepaald geval en wanneer om die reden een nationale procedureregel niet moet worden toegepast. Daarbij gaat zij eerst in op het arrest en de nationale procedureregels en geeft zij een overzicht van haar rechtspraak over het buiten toepassing laten van een nationale procedureregel vanwege Bahaddar-omstandigheden. In het geval van de Iraakse vreemdeling waren de beroepsgronden te laat ingediend. Omdat de rechtbank echter “niet deugdelijk kon beoordelen” of de vreemdeling bij terugkeer naar Irak risico loopt op mishandeling of marteling, heeft zij de staatssecretaris opgedragen daar nader onderzoek naar te doen. De Afdeling bevestigt met de uitspraak van vandaag dit oordeel van de rechtbank. De andere uitspraak, ve22001713 gaat over een Iraanse vreemdeling. De Afdeling past de eerder genoemde uitspraak over het arrest Bahaddar meteen toe. De vreemdeling heeft bij de rechtbank bedreigingen overgelegd die zij via sociale media heeft ontvangen wegens haar seksuele gerichtheid en afvalligheid van de islam. De rechtbank heeft deze bedreigingen niet in haar oordeel betrokken. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank dit wel had moeten doen en dat de rechtbank in geval van Bahaddar omstandigheden bij een terugverwijzing alle beroepsgronden moet beoordelen en niet alleen de beroepsgrond die nog niet was beoordeeld.
--- Persbericht ABRvS

ABRvS: HvJEU, wat is een 'bijzonder ernstig misdrijf'?

15/06/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State stelt op 15 juni 2022 het HvJEU een viertal vragen over hoe het begrip 'bijzonder ernstig misdrijf' uit art. 17 Kwalificatierichtlijn moet worden ingevuld. Op grond van art. 14 van die richtlijn kan als een bijzonder ernstig misdrijf is gepleegd een asielvergunning worden geweigerd of ingetrokken. De vreemdeling in deze zaak komt uit Libië en wil bescherming tegen vervolging wegens zijn seksuele geaardheid. Die vrees is aannemelijk gemaakt maar het asielverzoek is afgewezen, omdat hij is veroordeeld voor een 'bijzonder ernstig misdrijf' en daarom een gevaar vormt. Voor de uitleg van het begrip 'gevaar voor de samenleving' uit art 14 lid 4 onder b,  Kwalificatierichtlijn (Kri), sluit de Afdeling aan bij de prejudiciële verwijzingsbeslissing van de Belgische Raad van State van 21 december 2021 (zaak C-8/22, ve22000830). Daarnaast is nog een prejudiciële verwijzingsbeslissingen aanhangig bij het HvJEU over art. 14 lid 4 onder b Kri. C-663/21 (ve22000822) van Oostenrijk. 

IND publiceert eerste uitgave 'Stand van de uitvoering'

13/06/2022

Nieuwsbericht

Met deze eerste Stand van de Uitvoering biedt de IND inzicht in de knelpunten en uitdagingen waar zij mee te maken heeft. Hiermee wil de IND de Tweede Kamer niet alleen informeren, ook zoekt de IND hiermee de samenwerking op om te werken aan oplossingen. Onder meer wordt ingegaan op de fluctuerende instroom en toenemende complexiteit van het werk en worden er concrete knelpunten in de uitvoering benoemd.

JV 2022 aflevering 8

13/06/2022

Nieuwsbericht

In deze aflevering 8 noten van: Bahia Aarrass bij het EHRM arrest Johansen tegen Denemarken over 8 EVRM en openbare orde en waar zij verder in gaat op de intrekking van de nationaliteit, het uitzettingsbevel alsmede het permanente inreisverbod in het licht van het recht op respect voor privéleven; Inaas Slimi bij het HvJEU arrest NB en AB. Zij werkt in Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon en Jordanië samen met onder andere UNRWA en lokale non-gouvernementele organisaties en kijkt met die achtergrond naar de praktijk en het arrest; Sjoerd Thelosen bespreekt het arrest K van het HvJEU over de tenuitvoerlegging van vreemdelingendetentie. Waarbij hij zich vooral richt op de mogelijke gevolgen voor de jurisprudentie van de Afdeling; Kees Groenendijk gaat in zijn noot bij het arrest XU en QP van het HvJEU in op de drie nieuwe elementen die het arrest toevoegt aan de eerdere Zambrano-Chavez rechtspraak over het afgeleide verblijfsrecht dat zorgende ouders-derdelanders van minderjarige Unieburgers, kunnen ontlenen aan het op art. 20 VWEU gebaseerde recht van hun kind om in de EU te wonen; Lianne Hooijmans bespreekt in navolging op het bovengenoemde arrest NB en AB de Afdelingsjurisprudentie over de toepassing van art. 1D Vluchtelingenverdrag. Zij stelt de vraag “Klopt de Nederlandse interpretatie dat een Palestijn alleen in aanmerking kan komen voor ipso facto vluchtelingschap als hij eerst aannemelijk maakt dat hij onder de uitsluitingsgrond valt?” De Afdeling heeft deze werkwijze weliswaar goedgekeurd maar helaas zonder duidelijke motivering.; Anna Counet gaat in op de Afdelingsuitspraak waarin het begrip ‘verhoogde aandacht’ centraal staat dat de staatssecretaris gebruikt voor bepaalde groepen afkomstig uit veilige landen van herkomst. De Afdeling draagt de staatssecretaris op om het begrip ofwel niet langer te gebruiken ofwel er meer substantiële invulling aan te geven.; Eva Berger gaat in haar noot bij de Afdelingsuitspraak over Dublinoverdrachten aan Kroatië in op de nieuwe informatie waar de Afdeling zich op baseert en de ‘Dublinterugkeerder’,  de pushbacks als systeemfout, de prejudiciële vragen van VK ’s-Hertogenbosch en de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer.; Tenslotte een noot van Lynn Hillary en Anna Counet bij een rechtbankuitspraak over de situatie dat als een vreemdeling internationale bescherming heeft in een andere EU-lidstaat, maar niet naar die lidstaat teruggestuurd kan worden, in hoeverre bestaat er dan een verplichting voor de staatssecretaris om de in de andere lidstaat erkende status over te nemen?

Afdeling: eerder onderzoek naar ade­qua­te op­vang amv's

08/06/2022

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft in navolging op het arrest TQ van het HvJ EU op 8 juni in drie zaken uitspraak gedaan, Guinee ve22001570 (hoofduitspraak), Marokko, ve22001571 en Tsjetsjenië, ve22001573, over de terugkeer van alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De Staatssecretaris zal eerst moeten onderzoeken of in het land van terugkeer adequate opvang is. De staatssecretaris hoeft dit onderzoek niet al tijdens de asielprocedure af te ronden. Dat is door de aard van de asielprocedure en de duur van het onderzoek feitelijk niet altijd goed mogelijk. Hij kan de asielaanvraag afwijzen maar moet daarna wél voortvarend te werk (blijven) gaan met het onderzoek, zodat de periode zo kort mogelijk blijft waarin een alleenstaande minderjarig vreemdeling in onzekerheid is over zijn verblijfsstatus. De staatssecretaris kan in ieder geval niet volstaan met de opmerking dat de vreemdeling inmiddels meerderjarig is en daarom geen onderzoek meer hoeft plaats te vinden. Het onderzoek zal erin moeten resulteren dat ofwel een terugkeerbesluit wordt genomen ofwel een vergunning volgens het buitenschuldbeleid wordt verleend.