Nieuwsbericht
Het HvJEU heeft vandaag twee uitspraken gedaan over het openbare ordebegrip (C-380/18 E.P, ve19003499, en C-381/18, C-382/18 G.S. en V.G. (Menace pour l'ordre public), ve19003498). Zowel ten aanzien van de Gezinsherenigingsrichtlijn (Gri) als de Schengengrenscode is bepaald dat het openbare ordebegrip niet hetzelfde is als het begrip van artikel 27 lid 2 van de Verblijfsrichtlijn. Deze twee stukken regelgeving verlangen namelijk niet dat de gedraging van de betrokkene een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast, om deze persoon als een bedreiging van de openbare orde te kunnen beschouwen. Onder de Gri is een strafrechtelijke veroordeling tijdens eerder verblijf genoeg om toegang en verblijf te af te wijzen, en de oplegging van een voldoende zware straf ten opzichte van de duur van het verblijf genoeg voor intrekking of weigering van verlenging, mits de inbreuk voldoende ernstig van aard is en een individuele beoordeling wordt uitgevoerd. Met betrekking tot de Schengengrenscode is verdenking van een strafbaar feit genoeg om bedreiging van de openbare orde aan te nemen, mits de aard en strafmaat voldoende ernstig is en de autoriteiten beschikken over concordante, objectieve en nauwkeurige elementen om hun verdenkingen te staven.