JV 2023 aflevering 6
01/05/2023
In de zesde aflevering staan 18 uitspraken en 5 noten. Galina Cornelisse bij een Afdelingsuitspraak over vals bevonden zeemansboekjes, waarna de vreemdelingen in grensdetentie werden gesteld. De Afdeling lijkt het toetsingskader van de rechtmatigheid van een vrijheidsontnemende maatregel in de grensprocedure te verleggen en de uitspraak roept de vraag op of het toetsingskader voor de rechtmatigheid van de grensdetentie is veranderd naar aanleiding de arresten Landkreis Gifhorn en C, B en X. Vardâyani Djwalapersad en Karin de Vries bij het arrest van het Gerechtshof Den Haag over etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee. Het Gerechtshof oordeelt dat de werkwijze van de KMar in het kader van het Mobiel Toezicht Veiligheid, waarbij aan ‘ras’ gerelateerde kenmerken een rol kunnen spelen bij de beslissing om iemand te controleren, verboden rassendiscriminatie oplevert. Een belangrijke juridische vraag in dergelijke gevallen is hoe kan worden aangetoond dat selectie op grond van ‘ras’ heeft plaatsgevonden. Verder gaan zij in op hoe een controle op ‘ras’ gebaseerde vooroordelen voorkomen kan worden. Lieneke Slingenberg bij een rechtbank uitspraak over het regime in de Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) in Hoogeveen. De uitspraak heeft veel relevante aspecten. Slingenberg beperkt zich tot een aantal onderdelen van het beroep op de artikelen 3, 5 en 8 EVRM. Opmerkelijk is dat de rechtbank de vreemdeling lijkt aan te sporen om hoger beroep in te stellen ondanks het appelverbod. Tegen de uitspraak is hoger beroep ingesteld, dus wordt vervolgd. David Kuiper en Sjoerd Thelosen schreven een overzichtsnoot bij een aantal rechtbank uitspraken over de ambtshalve rechtsmatigheidstoets bij bewaring sinds het arrest C, B en X. Zij leiden hun noot in met een in memoriam ter herdenking aan de overleden rechter John Bouwman. Hij was de eerste rechter die meende dat de bewaringsrechter tot ambtshalve beoordeling verplicht was. Folke Larsson bij een uitspraak van de voorzieningenrechter VK Amsterdam die oordeelt dat de Oekraïense verzoekster een spoedeisend belang heeft bij een voorlopige voorziening in de bezwaarprocedure tegen het afwijzend besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het recht op verblijf op grond van de Richtlijn 2001/55/EG (TBRi). Er wordt hierbij ingegaan op de voortdurende beleidswijzigingen van de staatssecretaris.