Uitzetting van Spaans grondgebied zonder individuele besluiten niet in strijd met EVRM
17/02/2020
- Nieuwsbericht
De Grote kamer van het EHRM heeft op 13 februari 2020 uitspraak gedaan in de zaak N.D. en N.T. - Spanje. De zaak ging over een Malinese en een Ivoriaanse asielzoeker die zich op 13 augustus 2014 samen met honderden anderen illegaal toegang hebben verschaft tot het Spaanse grondgebied door via Melilla aan de Noord-Afrikaanse kust over de hekken te klimmen. Zij werden daarna meteen teruggestuurd naar Marokko zonder individuele uitzettingsbesluiten. Anders dan het Hof eerder deed op 3 oktober 2017 (ve17002064) oordeelde de Grote kamer dat dit niet in strijd was met art. 13 EVRM en art. 4 Aanvullend Protocol nr. 4 (AP).
De Grote kamer overweegt hierbij dat klagers zichzelf op 13 augustus 2014 in gevaar hebben gebracht door deel te nemen aan een bestorming van de hekken op de grens van Melilla. Door gebruik te maken van een grote groep en geweld te gebruiken maakten zij geen gebruik van de legale procedures om rechtmatig toegang te verkrijgen tot Spaans grondgebied in overeenstemming met de Schengengrenscode. In overeenstemming met Hofjurisprudentie kan het gebrek aan een individuele uitzettingsbeslissing dientengevolge toegeschreven worden aan het feit dat klagers geen officiële bestaande toegangsprocedure hebben gebruikt. Derhalve is geen sprake van een schending van art. 4 AP. Het ontbreken van een rechtsmiddel m.b.t. de uitzetting van klagers vormt op zichzelf geen schending van art. 13 EVRM.