JV 2024 aflevering 5
08/04/2024
In aflevering 5 van JV zijn 18 uitspraken en acht noten verschenen: Noot Marcelle Reneman bij het arrest AA van het HvJEU met het oordeel dat haar uitspraken moeten worden aangemerkt als een nieuw element in een opvolgende asielaanvraag, Zij gaat o.a. verder in op de verwachting dat dit het aantal opvolgende asielaanvragen en verzoeken om bestuurlijke heroverweging die (uitsluitend) gebaseerd zijn op een nieuwe HvJ EU-uitspraak zal doen toenemen. Noot Dirk Schaap bij de grote kamer uitspraak van het CBb over de minder strikte koers bij de toegang tot de bezwaarprocedure en tot de rechter ingeval te laat bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld. Noot Bram van Melle bij Afdelingsuitspraak over de 30% regeling, een belastingvoordeel waar buitenlandse werknemers die naar Nederland komen aanspraak op kunnen maken. Noot Oswald Nunes bij een Afdelingsuitspraak waarin zij oordeelt dat de rechtbankdeskundige bij het beoordelen van de vraag of er sprake is van een medische noodsituatie een andere maatstaf heeft gehanteerd dan is beschreven in het BMA-protocol. Noot Carolus Grütters bij een Afdelingsuitspraak over twee uit Afghanistan gevluchte amv’s waarbij hij na lezing bleef zitten met de vraag: waar gaat dit nu eigenlijk over? Noot Mark Klaassen bij een uitspraak van VK Haarlem over bestaan van gezinsleven tussen grootmoeder en kleinkinderen en hoe deze uitspraak zich verhoudt tot de rechtspraak van de Afdeling over hechte persoonlijke banden en het beleid daarover. Afsluitend beargumenteert hij waarom de rechtbank op een verkeerde manier toetst aan het bestaan van hechte persoonlijke banden. Een civielrechtelijke noot van Pim Huisman en Niels Jak bij de kort geding uitspraak over niet nakomen opvangverplichting in ter Apel. Zij behandelen o.a. de verschillende bestuursovereenkomsten en het mediationtraject die een rol spelen bij de nakomingsvraag in het algemeen en gaan kort in op de ontwikkelingen na het wijzen van dit vonnis. Noot Lynn Hillary en Eva Berger bij een uitspraak van VK Utrecht gaat over het leggen van Dublin claims op Italië waarbij geen overdrachtsbesluit volgt gelet op jurisprudentie van de Afdeling, maar de staatssecretaris de overdrachtstermijn wel laat vollopen. Mag dit en welke effectieve rechterlijke bescherming heeft een vreemdeling hiertegen?