Volledige beoordeling bij verzoek gezinshereniging maar niet in alle gevallen belangenafweging
27/03/2024
De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 27 maart 2024 drie uitspraken gedaan over gezinshereniging. In uitspraak ve24000804 gaat het over gezinshereniging van een grootmoeder bij haar kleinkinderen en in de uitspraken ve24000799 en ve24000804 gaat het over gezinshereniging van een moeder bij haar volwassen kinderen. De Afdeling benadrukt dat het uitgangspunt in de uitspraak van 13 juli 2022 (ve22001932) onverkort van kracht blijft. Volgens de uitspraak van 27 maart 2024 mag de staatssecretaris volstaan met de vaststelling dat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid tussen een vreemdeling en degene bij wie hij gezinshereniging wil bestaan. De staatssecretaris heeft in uitspraak ve24000799 namelijk terecht betoogt dat de moeder niet sinds het overlijden van haar echtgenoot financieel afhankelijk was van haar volwassen zoons. Maar de staatssecretaris moet dan wel bij zijn beoordeling alle relevante individuele aspecten betrekken. Anders dan uit de uitspraak van 13 juli 2022 volgt, hoeft hij in dat geval dus niet de belangen van de Nederlandse Staat af te wegen tegen de belangen van de betrokken vreemdeling. In de onderliggende rechtbankuitspraak (ve23000121) is verder wel terecht geconstateerd dat de staatssecretaris niet alle aangevoerde omstandigheden heeft betrokken en beoordeeld. De staatssecretaris zal nu een nieuw besluit op bezwaar moeten nemen met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling en de uitspraak van de rechtbank. Zie ook het persbericht van de Afdeling.