Overslaan en naar de inhoud gaan

Migratieweb - Uw online kennisbank

Migratieweb is de actuele juridische databank met nationale en internationale informatie over migratie. De redactie van Migratieweb wordt verzorgd door Stichting Migratierecht Nederland. Migratieweb is o.a. toegankelijk voor leden van de Werkgroep Rechtsbijstand in Vreemdelingenzaken (WRV). Ook gerechtelijke instanties en universiteiten maken gebruik van Migratieweb.

Nieuws

A&MR 2024 aflevering 1

23/01/2024

Nieuwsbericht

In het vandaag verschenen januarinummer van A&MR:
* Arnon Grunberg zegt in zijn lezing over migratie (bij de uitreiking van de Hanneke Steenbergen Scriptieprijs): 'De angst voor de vreemdeling is in laatste instantie weinig anders dan levensangst. Het leven is elders, waarmee eigenlijk gezegd is, het leven is de vreemdeling. Wij zijn even Middeleeuws als rein en laten de smerigheid liever aan ons voorbijgaan' (ve24000222).
* Op 20 december jl. sloten de Raad van de EU en het Europees Parlement een akkoord op hoofdlijnen over het Asielpact. Welke keuzes hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad gemaakt in de aanloop ernaartoe? Welke consequenties kunnen die hebben voor de rechtspraktijk? Welke onderdelen moeten nog worden uitgewerkt - voordat het Asielpact dit voorjaar definitief wordt vastgesteld. Tineke Strik en Marieke Vreeken beschrijven het onderhandelingsproces en de voorstellen (ve24000223).
* Drie Turkse onderdanen moeten na 40 jaar rechtmatig verblijf Nederland verlaten, nu de Raad van State op 18 oktober 2023 vaststelde dat hun verblijfsrecht ook na (meer dan) twintig jaar nog kan worden ingetrokken op grond van de nationale 'openbare orde'. Helen Oosterom-Staples plaatst de beslissingen in de context van de rechtspraak van de Raad van State en het Europese Hof van Justitie over het Associatierecht EEG-Turkije (ve24000225).
* De Commissie Strategisch Procederen van VluchtelingenWerk bestaat tien jaar. Tijdens het jubileumsymposium legde Sadhia Rafi uit dat ze de commissie oprichtte vanwege de moeilijker wordende politieke lobby, de complexiteit van de onderwerpen en de gebrekkige toepassing van Europees recht door de rechter. Een verslag van Trudeke Sillevis Smitt (ve24000226).
* Karen Geertsema gaat na wat de invloed is geweest van de Commissie Strategisch Procederen op het recht op een 'daadwerkelijk rechtsmiddel'. Ze concludeert dat door gezaghebbende notities van de Commissie de reikwijdte van dat recht is vergroot. Bovendien is de rechter strenger geworden bij het toetsen van het oordeel van migratieautoriteiten over de geloofwaardigheid van een asielrelaas (ve24000228).
* Is het mogelijk gezinshereniging te weigeren aan vluchtelingen wier vrees voor vervolging pas is ontstaan ná hun vertrek uit het land van herkomst omdat ze te weinig middelen hebben voor levensonderhoud? Bahija Aarrass bespreekt de vraag naar aanleiding van een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 4 juli 2023 (ve24000229).
* Aniel Pahladsingh promoveerde op onderzoek naar de betekenis van 'crimmigratie', inzet van strafrechtelijke instrumenten om irreguliere migratie en illegaal verblijf tegen te gaan. Kris van der Pas verslaat de promotie, waar onder meer bleek dat maar weinig onderzoek uitwijst dat het strafrecht terugkeer naar het land van herkomst bevordert (ve24000230).
* In zijn redactioneel vertelt Johan ten Berg dat de Amerikaanse regering in 1943 de berichten over de holocaust eenvoudig niet geloofde, omdat die het voorstellingsvermogen te boven gingen. Zo moet ook 'de overheid bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van een asielrelaas er iedere keer weer rekening mee houden dat het onvoorstelbare toch de waarheid is' (ve24000221)
* De Somalische Al-Shabaab bedreigt, perst af en ronselt op veel verschillende manieren. Daarom kan de IND, zo schrijft Marije Jongejan, er niet zonder extra bewijs vanuit gaan dat verklaringen van Somalische asielzoekers niet geloofwaardig zijn omdat ze onlogische of ongerijmde praktijken bevatten (ve24000231).
* Mónica Ávila Currás is promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam en was eerder asieladvocaat in Spanje. Zij beschrijft in de column hoe zij zichzelf eerst niet als migrant zag, maar, nadat zij naar de ervaringen van andere EU burgers had geluisterd en opnieuw over haar eigen ervaringen had nagedacht, van gedachten veranderde (ve24000232).

JV 2024 aflevering 1

22/01/2024

Nieuwsbericht

In aflevering 1 zijn 15 uitspraken en 5 noten verschenen. Noot Mark Klaassen en Gerrie Lodder bij een arrest van het EHRM over de verenigbaarheid met artikel 8 EVRM van het stellen van materiële voorwaarden voor gezinshereniging aan referenten met internationale bescherming. Het Hof biedt voor het eerst duidelijke criteria voor de belangenafweging die in het kader van de vraag of er een positieve verplichting tot toelating bestaat moet worden gemaakt. Zij vergelijken de benadering van het Hof met de rechtspraak van het HvJEU en gaan in op de relevantie van de uitspraak voor het Nederlandse vreemdelingenrecht.
Noot Marcelle Reneman bij het arrest van het EHRM over de schending van art. 3 EVRM door Nederland wegens de uitzetting van Al-Showaikh naar Bahrein. Het gaat om een procedurele schending. Het Hof laat zich niet uit over de vraag of het voor Nederland voorzienbaar was dat Al-Showaikh in Bahrein marteling en/of onmenselijke behandeling of bestraffing te wachten stond. Vele personen en instanties dragen een deel van de verantwoordelijkheid, zoals IND, de rechtbank, de rechtsbijstandsverleners en de DT&V. In de noot wordt o.m. ingegaan op de rol van de verschillende ketenpartners. Bram van Melle bij een uitspraak van de Afdeling die een welkome duiding over de aard en omvang van de zorgplicht voor erkend referenten geeft. Hij bespreekt de juridische inbedding van de zorgplicht en geeft een voorzichtige vooruitblik wat na deze uitspraak de mogelijkheden zijn. Ellen Nissen bij een uitspraak van de Afdeling over intrekking afgeleid verblijfsrecht minderjarige kind waarin volgens haar drie elementen opvallen; de toetsingsmaatstaf die de Afdeling hanteert bij de toetsing aan artikel 8 EVRM, de omgang met de ingebrachte best interests of the child (BIC) rapportage, en de overwegingen met betrekking tot het eigenstandig recht op privéleven van kinderen zoals neergelegd in artikel 8 EVRM. 
Tenslotte een noot van Sjoerd Thelosen bij een uitspraak van de Afdeling over een zaak van een bewaringsmaatregel die tijdens de uitreiking ervan niet was ondertekend, omdat de ambtenaar zich had vergist. Bij de toets door de rechter speelt niet alleen de ernst van het gebrek een rol, maar ook de belangen die als een gevolg daarvan zijn geschonden. De Afdeling past dit trouw aan het toetsingskader toe, maar niet duidelijk consistent met eerdere rechtspraak aldus de notenschrijver.

Aangepaste werkwijze nodig bij beoordeling ‘politieke overtuiging’

17/01/2024

Nieuwsbericht

De werkwijze en het beleid van de staatssecretaris over de vervolgingsgrond ‘politieke overtuiging’ zijn in strijd met de Kwalificatierichtlijn. Deze moet hij daarom aanpassen. De Afdeling vroeg in februari 2022 aan het HvJ welke benadering van de vervolgingsgrond ‘politieke overtuiging’ moet worden gevolgd; die van de vreemdelingen of die van de staatssecretaris? Uit het arrest S en A van 21 september 2023 (ve23002085) volgt dat de staatssecretaris bij de beoordeling van deze vervolgingsgrond niet meer als eis mag stellen dat sprake moet zijn van een fundamentele politieke overtuiging. Omdat de staatssecretaris zelf al constateert dat zijn beleid op dit moment in strijd is met de Kwalificatierichtlijn en daarom moet worden aangepast, oordeelt de Afdeling dat het aan hem is om zijn werkwijze aan te passen in het licht van het arrest. De staatssecretaris zal opnieuw moeten beslissen op de asielaanvragen an vreemdelingen op wie dit nieuwe beleid van toepassing is. De uitspraken zijn ook van belang voor andere vreemdelingen die aanvoeren dat zij bij terugkeer vrezen te worden vervolgd omdat zij uiting willen geven aan hun politieke overtuiging, ook al hebben zij die niet eerder geuit in hun land van herkomst.

Tijdelijke bescherming derdelanders met tijdelijke vergunning in Oekraïne eindigt op 24 maart 2024

17/01/2024

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 17 januari een uitspraak gedaan over de tijdelijke bescherming van derdelanders die een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne hadden en die zich voor 19 juli 2022 in Nederland hebben ingeschreven in de BRP. De rechtbank Den Haag zp Rotterdam, ve23001848, oordeelde eerder in augustus dat de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid deze bescherming kon beëindigen op 4 september 2023. Zittingsplaatsen hebben hier uiteenlopend over geoordeeld. Op 1 september heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling (ve23001954) bepaalt dat de bescherming niet zou eindigen tot zij een uitspraak op het hoger beroep zou hebben gedaan. De Afdeling oordeelt nu in hoger beroep dat deze bescherming niet door de Staatssecretaris kon worden beëindigd op 4 september 2023. Op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming eindigt van rechtswege de tijdelijke bescherming van deze derdelanders wel op 4 maart 2024. Het is aan de SvJ&V om te bepalen in welke vorm hij dit aan de betreffende derdelanders meedeelt. Dit oordeel heeft geen gevolg voor de vraag of derdelanders in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning op een andere grond, zoals asiel.

JV 2023 aflevering 16

18/12/2023

Nieuwsbericht

In aflevering 16 zijn er 25 uitspraken en 7 noten verschenen. Noot Marq Wijngaarden bij het arrest Noorzae en een drietal andere arresten van het EHRM over opleggen van een inreisverbod aan settled migrants. Deze arresten bouwen voort op het arrest Abdi uit 2021. Hij gaat mede in op het belang dat het Hof geeft het geven van een waarschuwing tot intrekking verblijfsvergunning en aan de ouderdom van de eerdere veroordelingen. Noot Karin Zwaan en Evert Bloemen bij een Afdelingsuitspraak waarin het asielgehoor van een Armeense asielzoeker (in spoor 2, veilig land van herkomst-gehoor) niet had mogen laten doorgaan zonder een medisch onderzoek. Ten onrechte is de FMMU niet ingeschakeld voor het geven van een medisch advies horen en beslissen. Noot Marcelle Reneman bij de Afdelingsuitspraak over de ‘loopbrief’ afgegeven aan asielzoekers nadat zij zich melden in ter Apel. De Afdeling geeft duidelijkheid over het karakter van de ‘loopbrief’ in het kader van de Dublinprocedure. Het is echter nog de vraag of de uitspraak betekenis heeft voor de bepaling van de ingangsdatum van verleende asielvergunningen. Noot van Thomas van Houwelingen-Boer bij een Afdelingsuitspraak over de vraag of er bepaalde meldplichten ontstaan wanneer een vreemdeling weet of zou moeten weten dat hij niet meer aan de voorwaarden voor zijn verblijfsrecht voldoet. Hij gaat hierbij in op de veronderstelde meldplicht en op de gerechtvaardigde verwachtingen die de vreemdelingen aan het (niet-)handelen van de staatssecretaris mocht verbinden. Noot Gerben Dijkman, Stefan Koolen en Ferdinand Verweij bij een uitspraak van de rechtbank, die zich de vraag stellen nu volgens de Afdeling de bewaringsrechter niet mag oordelen over het bewaringsregime in de omstandigheid dat een vreemdeling 23 uur per dag op cel moet verblijven de bewaringsmaatregel uitermate zwaar is en of dit de grenzen van artikel 3 EVRM dan wel 4 Handvest niet overstijgt? Is het dan niet bij uitstek de bewaringsrechter die dit zou moeten beoordelen? Noot David Kuiper bij een Afdelingsuitspraak (vorige aflevering 237) en een rechtbank uitspraak over de strikte grenzen die de bewaringsrechter van niet-vreemdelingrechtelijke aspecten, scheiden, maar ook van zaken die thuis horen in een verblijfsprocedure. Is dit uitgangspunt sinds het arrest C, B & X nog steeds juist? Tenslotte een noot van Esther Schoneveld bij een rechtbank uitspraak over het visum kort verblijf. Zij bespreekt de checklist, het horen en cijfers en toekomstige wijzigingen.

A&MR 2023 aflevering 10

13/12/2023

Nieuwsbericht

In het gisteren verschenen decembernummer van A&MR:
* onderzocht Ashley Terlouw de pilot van de IND waarin zo snel mogelijk werd geprobeerd met een uitspraak van de Raad van State duidelijkheid te krijgen over de rechtmatigheid van beëindiging van de tijdelijke bescherming voor derdelanders zonder permanent verblijfsrecht in Oekraïne. De pilot is niet gelukt vanwege gebrek aan goede organisatorische afspraken en omdat de IND de tijd onderschatte die nodig is voor zo'n uitspraak (ve23002657);
* bespreekt Bruno Verdam het nieuwe optierecht op het Nederlanderschap voor in Nederland geboren staatloze kinderen die hier vijf jaar 'stabiel hoofdverblijf' hebben. De Nederlandse interpretatie van 'stabiel hoofdverblijf' is dat het kind en diens ouders het vertrekproces niet hebben gefrustreerd, maar dit blijkt in strijd te zijn met het Staatloosheidsverdrag (ve23002658);
* laat Fadi Fahad zien dat migratierechtelijke wetgevingsadviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State vrijwel nooit leiden tot wijziging van een wetsvoorstel of een toelichting erop. Terwijl die Afdeling vergeleken met andere beleidsterreinen in het migratierecht ruim anderhalf keer vaker adviseert om een bepaald wetsvoorstel niet in te dienen of een besluit niet te nemen (ve23002659);
* praat Hans Leijtens, die sinds 1 maart 2023 directeur is van Frontex, over zijn werk en de plannen van de organisatie: 'Het beheersen van grenzen is eigenlijk het beheersen van vrede.' En: 'Als de rule of law niet leidend is, heb ik beperkte mogelijkheden, zoals in Hongarije. Constant proberen we met wat druk van onze kant het daar een beetje beter te maken.' (ve23002661);
* concluderen Jorrit Rijpma en Melanie Fink dat het Gerecht van de EU op 6 september 2023 de centrale rol miskent die Frontex speelt tijdens de uitvoering van gezamenlijke terugkeeroperaties. 'Doordat het Gerecht het terugkeerbesluit niet loskoppelt van de uitvoering ervan, blijft Frontex de facto buiten schot voor falen in zijn eigen handelen' (ve23002663);
* zegt Ulli Jessurun d'Oliveira dat het ontnemen van nationaliteit aan bipatriden die voor terrorisme zijn veroordeeld, wordt gebaseerd op een valse voorstelling van zaken. De veroordeelden zouden de band met Nederland hebben doorgesneden, maar het is de staat zelf die de band doorsnijdt, vanwege ernstige schade aan de essentiële belangen van de staat (ve23002660);
* pleiten Hana van Ooijen en Viola Bex-Reimert voor een special counsel, die op afstand van betrokkene geheime stukken kan inzien. Ze doen dat naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State over intrekking van het Nederlanderschap van iemand die strafrechtelijk is vrijgesproken van terrorisme, maar in bestuursrechtelijk beroep toch zijn Nederlanderschap niet terugkreeg (ve23002664);
* wijst Jorrit Rijpma op het veel grotere belang van de volgende stembusgang, die voor het Europees Parlement in juni 2024 (ve23002656);
* ziet Petra Werkman vooralsnog slechts zeer beperkte mogelijkheden voor reguliere gezinshereniging als de ouder en het minderjarige kind eerder geen contact hadden (ve23002665);
* en stelt arts Maria van den Muijsenbergh dat advocaten een betrokken behandelend arts actief moeten vragen om interpretatie van de medische feiten in de context van de omstandigheden van de patiënt. Veel beter dan alleen een kaal medisch dossier geeft dat een uniek zicht op de gevolgen van een juridische procedure of beslissing voor de patiënt (ve23002666).

Afdeling stelt vragen aan HvJEU over verkort gemotiveerde uitspraken

13/12/2023

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 13 december 2023 prejudiciële vragen gesteld aan het HvJEU, of haar verkort gemotiveerde uitspraken op grond van art. 91 lid 2 Vw 2000 wel in overeenstemming zijn met de eisen die het HvJEU daaraan stelt. De Afdeling is van oordeel dat haar bevoegdheid om verkort te motiveren van inhoudelijke uitspraken in overeenstemming is met het Unierecht. Maar zij ziet in wat door de vreemdeling is aangevoerd ruimte voor twijfel, namelijk als punt 51 van het arrest Consorzio (ve21003013) strikt moet worden uitgelegd. De vreemdeling is van mening dat de ABRvS in haar uitspraak moet motiveren welke van de drie uitzonderingen (1. de uitleg al in zijn rechtspraak heeft verduidelijkt, 2. de uitleg al op voorhand duidelijk genoeg is, 3 als de vraag overbodig is voor de oplossing van het geschil) op het niet stellen van prejudiciële vragen geldt. Daarom ziet de Afdeling aanleiding het HvJEU te verzoeken bij wijze van prejudiciële beslissing antwoord te geven op de volgende prejudiciële vraag:
I.  Moet art. 267, derde alinea, van het VWEU, gelezen in het licht van art. 47, tweede alinea, van het Handvest van de Grondrechten van de EU, zo worden uitgelegd dat deze bepalingen in de weg staan aan een nationale regeling als opgenomen in art. 91 lid 2 Vw 2000, op grond waarvan de ABRvS, als nationale rechter wiens beslissingen niet vatbaar zijn voor hoger beroep, een opgeworpen vraag over de uitleg van Unierecht, al dan niet in combinatie met een
uitdrukkelijk verzoek om prejudiciële verwijzing, verkort gemotiveerd kan afdoen zonder te motiveren welke van de drie uitzonderingen op haar verwijzingsplicht zich voordoet?
II. schorst de behandeling van het hoger beroep tegen VK Utrecht 5 maart 2021, 20/4810 (ve23001980), totdat het HvJEU uitspraak heeft gedaan en houdt iedere verdere beslissing aan.

24 weken eis voor werkende asielzoekers in strijd met Opvangrichtlijn

29/11/2023

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 29 januari in twee  uitspraken (ve23002565, hoofduitspraak en ve23002564) geoordeeld dat de rechtbanken van VK Arnhem, ve23000844 en VK Utrecht begin dit jaar gelijk hadden dat het UWV bij het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen aan asielzoekers niet langer de eis mogen stellen dat zij maximaal 24 weken per jaar mogen werken. De 24-weken-eis verhindert dat asielzoekers effectieve toegang krijgen tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze eis doet afbreuk aan het “doel en nuttig effect" van de Europese Opvangrichtlijn 2013/33/EU en is daarom in strijd met het Europees recht.

Vovo in ho­ger be­roep leidt alleen tot op­schor­ting over­drachts­ter­mijn Dublin als rb dit ook al deed

22/11/2023

Nieuwsbericht

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State heeft op 22 november 2023 in drie zaken einduitspraak gedaan over de prejudiciële vraag die de Afdeling aan het HvJEU had gesteld en waarop het Hof 30 maart 2023 heeft geantwoord (ve23000726). De Afdeling legt het antwoord van het Hof zo uit dat als de staatssecretaris een voorlopige voorziening vraagt bij de Afdeling (ve23002525 en ve23002526) in een Dublinzaak dan wordt de overdrachtstermijn alleen opgeschort, als de rechtbank een vovo ook al heeft toegewezen. Heeft de rechtbank dat niet gedaan, dan heeft het toewijzen van een vovo door de Afdeling bestuursrechtspraak geen gevolgen voor de overdrachtstermijn. Die blijft dan dus doorlopen. Is de termijn van zes maanden verstreken? Dan kan de asielzoeker niet meer teruggestuurd worden naar een andere EU-lidstaat en zal de staatssecretaris de asielaanvraag zelf moeten behandelen. De Afdeling heeft in uitspraak ve23002524 overwogen dat dit ook geldt indien de vovo door de vreemdeling is ingediend bij de Afdeling. Verder schets de Afdeling de verstrekkende gevolgen van deze uitspraken omdat het verlopen van de overdrachtstermijn in veel zaken betekent dat de staatssecretaris zelf de asielaanvragen moet behandelen. Ook geeft de Afdeling twee mogelijke oplossingen. De rechtbanken zouden door eerder dan nu het geval kunnen beslissen op een verzoek om een vovo. Of de wetgever kan zich beraden over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan art. 27  lid 3 Dublinverordening omdat dit artikel ook andere keuzemogelijkheden biedt bij het bepalen van het moment wanneer de overdrachtstermijn start of opgeschort wordt. Voor de drie asielzoekers betekenen de uitspraken dat de overdrachtstermijn is verstreken. De staatssecretaris mag hen niet meer terugsturen naar Duitsland of Denemarken en zal zelf de asielverzoeken in behandeling moeten nemen.

JV 2023 aflevering 15

22/11/2023

Nieuwsbericht

In aflevering 15 zijn 10 uitspraken en 1 noot opgenomen. Mark Klaassen behandelt in zijn noot de toepassing van art. 17 Gezinsherenigingsrichtlijn. De zaak gaat over een asielstatushouder die buiten de nareistermijn gezinshereniging heeft aangevraagd met zijn echtgenote. De rechtbank is van oordeel dat hoewel de aanvraag wordt afgewezen vanwege het niet voldoen aan het middelenvereiste, op grond van art. 17 Gezinsherenigingsrichtlijn toch toelating en verblijf moeten worden toegestaan. Art. 17 is niet omgezet in nationale wet- of regelgeving, en daarom kan er rechtstreeks een beroep worden gedaan op deze richtlijnbepaling. De Afdeling heeft eerder overwogen dat indien er sprake is van een gezinslid dat niet behoort tot het kerngezin die op basis van de Richtlijn een recht op gezinshereniging kan hebben, de belangenafweging i.h.k.v. art. 17 hetzelfde is als de belangenafweging die moet worden gemaakt op basis van artikel 8 EVRM (ABRvS 29 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:980, JV 2019/98 m.nt. Boeles). Als het echter gaat om een gezinsband die valt binnen de definitie van het gezin zoals neergelegd in art. 4 lid 1 Gezinsherenigingsrichtlijn zoals in deze zaak een echtgenote, moet er volgens de Afdeling echter een aparte belangenafweging worden gemaakt (ABRvS 5 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:27, JV 2023/64 m.nt. Klaassen). Helaas heeft deze aflevering maar 1 noot, maar niet getreurd, in aflevering 16 wordt dat ruimschoots goed gemaakt. Veel leesplezier.