Nieuwsbericht
In aflevering 8 van Jurisprudentie Vreemdelingenrecht zijn 17 uitspraken en 4 noten verschenen: noot van René de Groot bij een uitspraak van de Afdeling, waarin is geoordeeld dat de eis voor naturalisatie om identiteit en nationaliteit aan te tonen met een gelegaliseerde geboorteakte en paspoort geen wettelijke basis heeft, maar voortkomt uit een beleidsregel. De Afdeling benadrukt dat artikel 3:4 lid 2 en artikel 4:84 Awb ook gelden voor beleidsruimte die is ingevuld met beleidsregels, zoals in het onderhavige geval door de Handleiding. Op de vraag of de Angolese autoriteiten in het algemeen meewerken aan de afgifte van documenten en daarover communiceren. Oordeelt de Afdeling dat de staatssecretaris in een betere positie verkeerd dan appellant om hier nader onderzoek naar te doen. Noot van Karin Zwaan en Evert Bloemen bij een uitspraak van de Afdeling waarin het medisch advies horen en beslissen (voorheen opgesteld door FMMU en nu door MediFirst) centraal staat. Is het FMMU-advies in deze casus nog wel te kwalificeren als een deskundigenadvies? Noot van Karin de Vries bij een uitspraak van de VK Amsterdam, waarin is geoordeeld dat het vereiste om een inburgeringsexamen in het buitenland af te leggen voor gezinshereniging discrimineert op basis van ras, in strijd met internationale en Europese anti-discriminatiewetten. De Wet inburgering buitenland maakt ongerechtvaardigd onderscheid op grond van nationaliteit, wat neerkomt op racialisering en negatieve stereotypering van bepaalde groepen. Noot van Marcel Reurs bij een uitspraak van VK Arnhem in een visumzaak, waarin is geoordeeld dat de 90-in-180 dagenregel van toepassing is op iedereen die de grenzen van het Schengengebied overschrijdt, ongeacht of een kort of lang verblijf wordt beoogd. De Afdeling heeft recent de uitspraak vernietigd aangezien de 90 in 180 dagen alleen van toepassing is bij een beoogd kort verblijf, dat was in de zaak van de Brit niet het geval hij wilde een lang verblijf.