Afgifte humanitair visum bij risico van onmenselijke behandeling
07/02/2017
Volgens AG Mengozzi moet een lidstaat een visum op humanitaire gronden met territoriaal beperkte geldigheid (art. 25 Visumcode) afgeven wanneer er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat bij een weigering het directe gevolg is dat de derdelander een behandeling dreigt te ondergaan die in strijd is met art. 4 Handvest, en hem een wettelijke mogelijkheid wordt ontnomen om gebruik te maken van zijn recht om in die lidstaat internationale bescherming aan te vragen.