Aangepaste werkwijze nodig bij beoordeling ‘politieke overtuiging’
17/01/2024
De werkwijze en het beleid van de staatssecretaris over de vervolgingsgrond ‘politieke overtuiging’ zijn in strijd met de Kwalificatierichtlijn. Deze moet hij daarom aanpassen. De Afdeling vroeg in februari 2022 aan het HvJ welke benadering van de vervolgingsgrond ‘politieke overtuiging’ moet worden gevolgd; die van de vreemdelingen of die van de staatssecretaris? Uit het arrest S en A van 21 september 2023 (ve23002085) volgt dat de staatssecretaris bij de beoordeling van deze vervolgingsgrond niet meer als eis mag stellen dat sprake moet zijn van een fundamentele politieke overtuiging. Omdat de staatssecretaris zelf al constateert dat zijn beleid op dit moment in strijd is met de Kwalificatierichtlijn en daarom moet worden aangepast, oordeelt de Afdeling dat het aan hem is om zijn werkwijze aan te passen in het licht van het arrest. De staatssecretaris zal opnieuw moeten beslissen op de asielaanvragen an vreemdelingen op wie dit nieuwe beleid van toepassing is. De uitspraken zijn ook van belang voor andere vreemdelingen die aanvoeren dat zij bij terugkeer vrezen te worden vervolgd omdat zij uiting willen geven aan hun politieke overtuiging, ook al hebben zij die niet eerder geuit in hun land van herkomst.