Kamerbrief n.a.v. onderzoek naar naturalisatie pardonvergunninghouders
28/10/2015
De SvV&J ziet in de door de IND en het WODC verrichte onderzoeken naar naturalisatie door Ranov-ers geen reden voor ingrijpende beleidswijzigingen. Wel wijzigt hij het beleid ten gunste van een bepaalde groep kinderen die in het Nederlands Koninkrijk zijn geboren en van etnische Armeniërs uit Azerbeidzjan.
Aanbiedingsbrief bij het onderzoeksrapport van de WODC: ‘Niet-naturalisatie onder Ranov-vergunninghouders: een onderzoek naar achtergrondkenmerken, motivatie en ervaren belemmeringen’ (ve15001837).
Naar aanleiding van de toezegging van de SvV&J aan de TK op 29 oktober 2014 (ve15000018) zijn twee onderzoeken gehouden. Het eerder door de IND verrichte onderzoek ziet op de vraag naar de redenen voor weigering van door Ranov- vergunninghouders ingediende naturalisatieverzoeken en is op 8 april 2015 (ve15000656) aangeboden aan de TK.
De SvV&J ziet in beide onderzoeken in principe geen aanleiding tot verandering van beleid. In zijn algemeenheid geldt dat de in het onderzoek genoemde redenen voor het niet-beschikken over buitenlandse identiteits- of nationaliteitsbewijzen geen aanleiding vormen tot het groepsgewijs vrijstellen van de voor naturalisatie geldende voorwaarden. Een beroep op bewijsnood dan wel dat in het individuele geval het beleid onredelijk zou zijn, wordt volgens de daarvoor opgestelde richtlijnen beoordeeld. Wel zijn er twee specifieke punten naar voren gekomen waarop het beleid wordt aangepast.
►Het overleggen van een van Apostille voorziene geboorteakte alsmede van een geldig Azerbeidzjaans paspoort wordt niet langer geëist van etnische Armeniërs uit Azerbeidzjan.
► niet langer wordt een nationaliteitsbewijs gevraagd van in Nederland of elders binnen het Koninkrijk geboren minderjarige kinderen en minderjarige kinderen geboren in een land waarop het Apostilleverdrag van toepassing, mits de ouder(s) met betrekking tot zichzelf beschikt(ken)over een geldig buitenlands paspoort en een gelegaliseerde/geapostilleerde geboorteakte.
De nieuwe beleidslijnen treden formeel op 1 januari 2016 in werking, maar zullen in de praktijk door de IND vanaf heden worden toegepast in reeds ingediende en nog niet definitief behandelde optie- en naturalisatieverzoeken.
Voorts stelt de SvV&J vast dat steeds meer naturalisatieverzoeken van Ranov-vergunninghouders worden ontvangen. In toenemende mate beschikken de Ranov-vergunninghouders over de juiste documenten. Hierbij is mede van belang dat de vreemdeling na de verlening van het verblijfsrecht inmiddels gedurende een periode van acht jaar in de gelegenheid is geweest de noodzakelijke documenten te verzamelen. Ruim 93% van de door Ranov-vergunninghouders ingediende naturalisatieverzoeken wordt ingewilligd.